Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- schrobben
- schrobber m. schrobbers (iem., die schrobt; werktuig: bezem, harde, brede boender); vr. s c h r o b s t e r
- schrobbering
- schrobnet
- schrobvisserij
- schrobzaag
- schroef
- schroefbank
- schroefblad
- schroefboor
- schroefboot
- schroefbout
- schroefdop
- schroefdraad
- schroeffles
- schroeflijn
- schroefmoer
- schroefmolen
- schroefring
- schroefsleutel
- schroefsluiting
- schroefstoomboot
- schroeftang
- schroefvormig bn.: e. schroefvormige schelp
- schroeien
- schroevedraaier
- schroeven
- schrok
- schroken
- schrokken
- schrokkerd
- schrokkig
- schrokop
- schrollen
- schromelijk
- schromen
- schromig
- schrompe(l)
- schrompelen
- schrompelig
- schroodbeitel
- schrooien
- schrooier
- schroom
- schroomachtig
- schroomhartig
- schroomvallig
- schroot
- schrot
- schrupel
- schrupuleus
- schruwelen
- schruwen
- schub, schubbe
- schubben
- schubbig
- schubdier
- schubvleugeligen
- schuchter
- schuddebollen
- schudden
- schudding
- schudgoot
- schuier
- schuieren
- schuif
- schuifdeur
- schuifel
- schuifelaar
- schuifelen
- schuifladder
- schuifraam
- schuiftafel
- schuiftrompet
- schuifuil
- schuil
- schuilei spelen
- schuilen
- schuilevinkje
- schuilgaan
- schuilhoek
- schuilhouden
- schuilkerk
- schuilnaam
- schuilplaats
- schuilwinkel
- schuim
- schuimachtig
- schuimbekken
- schuimen
- schuimend
- schuimer
- schuimig
- schuimkraan
- schuimlepel
- schuimpje
- schuimspaan
- schuin
- schuinbalk
- schuinen
