Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- m
- m. (h.) d
- m. (h.) g
- m. (h.) r
- m. a. w
- M. D
- m. g
- m. i
- M. M
- m. n
- M. O
- M. R
- M. S. D
- M. T. S
- M. v. A
- M. v. T
- M. W. O
- M.M. H.H
- M.P
- M.S
- M.U.L.O
- m2
- m3
- ma
- maag
- maagbitter
- maagcatarrhe
- maagd
- Maagd van Orleans
- maagdeken
- maagdelijk
- maagdelijn
- maagdenhoning
- Maagdenhuis
- maagdenpalm
- maagdenpeer
- maagdenrei
- maagdenroof
- maagdenwas
- maagelixer
- maaghoest
- maagkanker
- maagkramp
- maaglijder
- maagmond
- maagpomp
- maagsap
- maagsap o.; spijsverteringssap in de maag
- maagschap
- maagslijmvlies
- maagzweer
- maai
- maaibenen
- maaien
- maaier
- maaikers
- maaikers v. maaikersen; zie meikers
- maailand
- maaimachine
- maaistekig, maaisteek
- maaiveld
- maaivoeten
- maak
- maakloon
- maaksel
- maakster
- maakwerk
- maal
- maalbak
- maalderij
- maalfeest
- maalpeil
- maalschap
- maalstroom
- maaltand
- maalteken
- maaltijd
- maan
- maanblusser
- maanbrief
- maancirkel
- maand
- Maandag
- Maandaghouder
- Maandags
- maandblad
- maandelijks
- maandenlang
- maandgeld
- maandroos
- maandroos v. maandrozen; struik- of potroos, die meermalen in het jaar, soms elke maand bloeit
- maandschrift
- maandstaat
- maaneclips
- maangestalten
- maangodin
- maanjaar
- maanjaar o. maanjaren; jaar bevattende 12 omlopen der maan om de aarde: het maanjaar telt 354 dagen en ruim 8 uur; de Turken rekenen bij maanjaren
- maankop
- maanlicht