Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie E
- Erato
- erbarmelijk
- erbarmen
- erbarming
- ere, eer
- ereambt
- ereblijk
- ereboete
- ereboog
- ereburger
- ereburgerschap
- erebus
- erectie
- eredegen
- eredienst
- eredoctoraat
- ereis
- erekrans
- erekruis
- erelegioen
- erelid
- erelidmaatschap
- eremetaal
- eremiet
- eremitage
- eren
- erepalm
- ereplaats
- erepoort
- erepost
- ereprijs
- ererechten
- ereronde
- eresabel
- ereschuld
- ereteken
- eretitel
- Erets Jisrooi
- erewacht
- erewijn
- erewoord
- erf
- erfdeel
- erfdienstbaarheid
- erfelijk
- erfelijkheid
- erfelijkheidsleer
- erfenis
- erfgenaam
- erfgoed
- erfgooier
- erfhuis
- erflaatster
- erfland
- erflater
- erflating
- erfoom
- erfopvolging
- erfpacht
- erfportie
- erfprins
- erfrecht
- erfrente
- erfstadhouder
- erfstelling
- erfstuk
- erfvijand
- erfvorst
- erfzonde
- erg
- ergdenkend
- ergens
- ergeren
- ergerlijk
- ergernis
- ergje
- ergo
- ergostaat
- ergotine
- ergotismus
- erica
- ericaceeën
- Erin
- Erinyen
- Eris
- erkennen
- erkenning
- erkentelijk
- erkentelijkheid
- erkentenis
- erker
- erlangen
- Erlkönig
- ermitage
- ernst
- ernstig
- Eros
- erosie
- erotisch
- erpel