Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- bleten
- bleu
- bliek
- blieven
- blij, blijde
- blijdschap
- blijgeestig
- blijheid
- blijk
- blijkbaar
- blijken
- blijkens
- blijmoedig
- blijspel
- blijven
- blijvend
- blik
- blikje
- blikjesvlees
- blikken
- blikkendoos
- blikkentrommel
- blikkeren
- blikogen
- bliksem
- bliksemafleider
- bliksemen
- bliksemflits
- bliksems
- bliksemsnel
- bliksemsnelheid
- bliksemstraal
- bliksemtrein
- blikskater
- blikslager
- blikslagers
- bliktanden
- blikvuren
- blikvuur
- blikwerk
- blimbing
- blind
- blindaas
- blindage
- blinddoek
- blinddoeken
- blinddruk
- blinde
- blindedarm
- blindekalle
- blindekoe
- blindelings
- blindeman
- blindemannetje
- blinden
- blindeninstituut
- blindenschrift
- blinderen
- blindering
- blindgeborene
- blindheid
- blindkap
- blindslang
- blindvliegen
- blink
- blinkborstel
- blinkdoos
- blinken
- blinkerd
- blizzard
- blo(de)
- bloc
- bloc-notes
- blockhouse
- bloed
- bloed-beuling
- bloed-plakkaten
- bloedarmoede
- bloedbad
- bloedbolletjes
- bloedbruiloft
- bloeddoop
- bloeddorst
- bloeddorstig
- bloeddruk
- bloedeigen
- bloedeloos
- bloeden
- bloederig
- bloedgeld
- bloedgetuige
- bloedhond
- bloedig
- bloedje
- bloedkoraal
- bloedkoralen
- bloedlichaampjes (rode)
- bloedloop
- bloedluis
- bloedneus
