bn. (doof en stom); ook: doofstom;
-stomme, m. en v. ~n (persoon, die doofstom is);
-stommen-instituut, o. —instituten (inrichting, waarin doofstomme kinderen opvoeding en onderwijs ontvangen); het — te St.-Michiels -Gestel.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
bn. (doof en stom); ook: doofstom;
-stomme, m. en v. ~n (persoon, die doofstom is);
-stommen-instituut, o. —instituten (inrichting, waarin doofstomme kinderen opvoeding en onderwijs ontvangen); het — te St.-Michiels -Gestel.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: