bloosde, h. gebloosd (1 een blos hebben inz. als tegenw. dw.; 2 inz. v. schaamte: een blos krijgen):
1. er blozend uitzien;
2. gij doet mij blozen, als de kreeft zei tegen de braadpan; blozen tot over zijn oren; over iem., iets blozen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
bloosde, h. gebloosd (1 een blos hebben inz. als tegenw. dw.; 2 inz. v. schaamte: een blos krijgen):
1. er blozend uitzien;
2. gij doet mij blozen, als de kreeft zei tegen de braadpan; blozen tot over zijn oren; over iem., iets blozen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: