Gepubliceerd op 11-11-2021

bezwaren

betekenis & definitie

bezwaarde, h. bezwaard (1 iem. of iets met [iets stoffelijks] belasten, beladen; 2 iems. geest, zintuig, lichaamsdeel in zijn werkzaamheid hinderen, drukken):

1. een brug met gewichten bezwaren om de draagkracht te onderzoeken; een zolder te veel bezwaren;
2. hun ogen waren bezwaard, Matth. 26 : 43; zijn geweten bezwaren; die spijs bezwaart mijn maag; nog: met een hypotheek bezwaren, hypotheek opnemen op.