bestelde, h. besteld (1 iets bezorgen op een bepaalde plaats of bij een bepaalden persoon inz. brieven, telegrammen enz.; 2 iets van te voren bespreken; 3 iets ontbieden, dat men wenst te kopen of te huren; 4 iemand ontbieden als koopman, werkman enz.; 5 Z.-N. een klant bedienen in een winkel; 6 Z.-N. van voer voorzien):
1. pakjes, brieven bestellen;
2. logies, kamers bestellen;
3. een rijtuig bestellen; waren bestellen;
4. den behanger bestellen;
5. wil u me niet bestellen;
6. de beesten bestellen; nog: ter aarde begraven.
