tapte af, h. afgetapt (1 [wijn, bier enz.] in kruiken of flessen tappen; 2 laten wegvloeien):
1. wijn, bier, azijn aftappen; vaten aftappen, de inhoud in kruiken of flessen tappen;
2. het water van een stoomketel aftappen; het water door duikers, riolen, buizen aftappen; gesmolten metaal door het gietgat laten afvloeien; (v. e. waterzuchtige) iem. het water aftappen.