Gepubliceerd op 11-11-2021

afleiden

betekenis & definitie

leidde af, heeft afgeleid;

1. naar een andere plaats leiden, wegleiden: iem. van de weg afleiden;
2. een vloeistof of iets, dat hiermee vergeleken wordt, ergens heen leiden: water afleiden; de bliksem afleiden;
3. gedachten een andere richting geven: iem. van zijn werk afleiden, hinderen, de opmerkzaamheid storen;
4. verstrooien: reis! dat zal je wat afleiden;
5. naar beneden leiden: een blinde een trap afleiden;
6. de oorsprong verklaren uit: Bilderdijk leidde zijn familie af van den Zwaanridder; ik leid uit uw stilzwijgen af; spraakk. woorden afleiden, a) vormen door voor-, achtervoegsels of klankwijziging, b) hun oorsprong verklaren.