Intensieve regen met enkele tientallen millimeters in korte tijd kan leiden tot wateroverlast op wegen en aquaplaning (watergladheid).
Zware regen levert vooral op wegen waar het water langzaam wegloopt gevaar op voor het verkeer. Tijdens hevige regen kan het zicht vooral bij hoge rijsnelheid flink teruglopen. In combinatie met opspattend water tot minder dan honderd meter is dat vergelijkbaar met dichte mist. Een willekeurige plaats in ons land krijgt gemiddeld vijf keer per jaar een hoeveelheid regen van minstens 20 en 24 millimeter binnen een etmaal. Een etmaalsom van minstens 26 tot 32 millimeter komt ongeveer twee keer per jaar voor. Eens per tien jaar valt er minstens 50 tot 62 millimeter op een dag.
De meeste regen valt in de zomer, vooral uit onweersbuien. Zo kreeg De Bilt op 1 augustus 1917 een hoeveelheid van 62,3 millimeter in de regenmeter en op 19 juli 1966 viel hier 61,2 millimeter. Landelijk staat het record op 208 millimeter door wolkbreuken op 3 augustus 1948 in Voorthuizen.
Neerslag hangt samen met de temperatuur en in een warmer klimaat kunnen grotere hoeveelheden neerslag vaker voorkomen. De winters worden gemiddeld natter en in de zomer neem ook de hevigheid van extreme regenbuien toe.
