Gepubliceerd op 14-06-2016

Broeikasgas methaan

betekenis & definitie

Methaan is na kooldioxide het belangrijkste broeikasgas dat bijdraagt aan de versterking van het broeikaseffect door de mens.

Uit onderzoek van oude ijskernen blijkt dat methaan al sinds jaar en dag in de atmosfeer voorkomt. Variaties in de hoeveelheid in het verleden hangen sterk samen met veranderingen in temperatuur en kooldioxide (CO2). De ijstijden kenden de kleinste hoeveelheden methaan. In warme periodes (interglacialen) nam de hoeveelheid methaan weer toe.

Van nature is methaan voornamelijk afkomstig uit natte gebieden, zoals moerassen en venen. Sinds een paar jaar wordt methaan gemeten door de Europese milieusatelliet Envisat. De satelliet is uitgerust met verschillende meetinstrumenten waaronder Sciamachy, dat door Nederland, Duitsland en België is gemaakt. De satellietmetingen laten grote hoeveelheden methaan zien boven tropische regenwouden. Die metingen tonen aan dat ook bomen en planten methaan uitstoten.

Sinds de achttiende eeuw is de hoeveelheid methaan in de atmosfeer met ongeveer 150 procent toegenomen. De belangrijkste nieuwe bronnen zijn de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen (kolen, olie, gas), rijstbouw, afvalverwerking en veeteelt. Bij de vertering van voedsel in de pens van een koe komt methaan vrij. Hoe meer veeteelt, hoe meer methaangas.

Al decennialang houdt een netwerk van meetstations de voortdurende toename van methaan door menselijke activiteiten in de gaten. Uit deze metingen blijkt dat de hoeveelheid methaan de laatste twintig jaar steeds minder snel toeneemt. Dit kan komen door de grootschalige ontbossing. Minder bos betekent minder methaanuitstoot.