Als u een boekenkast zoekt in het huis van de snob, vindt u die waarschijnlijk niet. Barbey d’Aurevilly liet na zijn dood slechts een paar étagères na, ook Charles Baudelaire kwam door zijn bohémienbestaan nooit in de buurt van een boekenplank, en Gabriel Matzneff heeft zelfs gezegd dat de ideale bibliotheek in een schooltas zou moeten passen. Een snob verafschuwt bombastische boekenrekken en -kasten. Vergeet nooit dat niets op een tentoonstelling mag wijzen.
Hij leest niet, denkt u? In elk geval niet dezelfde boeken als u. Hij hecht veel waarde aan interessante banden, zo mogelijk van perkaline. Overigens kunt u alle genres vinden in zijn gedistingeerde reisnecessaire of onder zijn sublieme stoel in de wintertuin: catastrofale drama’s en alle mogelijke hartstochtelijke correspondenties, avontuurlijke biografieën en skalden- poëzie, elegieën en overgedoseerde gedichten, nijvere reisgidsen voor wereldsteden en dweepzuchtige, eclectische filosofieën uit bewogen eeuwen, politieke gedachten met een staatsgevaarlijk, pervers air, en zelfs keukenmeidenromans en triviale lectuur (indien met een zekere elegantie gelezen).
Zo veel mogelijk eerste drukken en oorspronkelijke versies (nooit een vertaling en nooit pocketboeken!). Hij heeft een opmerkelijk gevoel voor contrast. Vergeet niet dat u uw cultuur niet hoeft te verkopen. Als ingewijde snob bent u ongetwijfeld fijngevoeliger dan de gewone man, ook zonder boekenkast. Ook zou een snob kunnen volhouden dat hij liever zelf denkt dan over de ideeën van anderen te lezen. Daarbij verbleekt zelfs de grootste boekenwurm. Boeken van een uitgeverij waarin u aandelen hebt, zijn natuurlijk le chic du chic! De boeken met opdracht (en de cd van de zangeres) gooit u bij vergissing weg. Met schrijvers kan een snob maar beter geen vriendschap aanknopen: het klinkt misschien wel interessant om een paar schrijvers in zijn kennissenkring te hebben, maar sommigen zijn te gevaarlijk als concurrent; zij kunnen ook zeer snel langdradig zijn.
Als verdere lecture koopt de snob elke week buitenlandse kranten, die hij trefzeker en uiterst blasé uitzoekt bij een pittoreske stationskiosk. Maar eigenlijk hoeft u geen kranten te lezen. Als u met alle geweld wilt weten wat er in de wereld gebeurt (hoewel het snobistischer is om zich daarvan te distan- tieren), zijn kranten met een grote oplage en een te volksvriendelijke naam natuurlijk een foute keus. Maar sommige regionale kranten hebben juist weer een deftige provinciale uitstraling. De werken die in de almanak worden vermeld zijn meestal risicoloze klassiekers. Eigenlijk moet u die natuurlijk al gelezen hebben, maar het heeft iets heel chics om die werken voor de derde of vierde keer te lezen. En in antiquariaten kunt u altijd uitgaven en jaargangen vinden die er interessant uitzien.