XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Wolfgang Rihm

betekenis & definitie

Wolfgang Rihm (Karlsruhe 1952) is een Duitse componist wiens ontwikkeling geworteld is in de Duitse romantiek en het expressionisme van de vroege Schönberg. Hij is tegenwoordig wellicht de enige kunstenaar die deze traditie geloofwaardig en met nieuwe middelen voortzet.

Rihm studeerde van 1968-73 bij Eugen Werner Velte en Karlheinz Stockhausen, en zette zijn studies voort bij Klaus Huber en Wolfgang Fortner. Na aanvankelijk serieel gecomponeerd te hebben, keerde hij zich af van het serialisme. Hij verzette zich tegen de depersonalisatie van het creatieve proces en stortte zich begin jaren '70 in het avontuur van een radicale subjectiviteit. In Duitsland en andere Europese landen stuitte Rihms muziek eerst op weerstand vanwege de daarin voorkomende tonale elementen en haar romantisch-pathetisch karakter. Nadat in de jaren '80 de politieke en culturele situatie ten opzichte van de Duitse geschiedenis in rustiger vaarwater was gekomen, begon men zich voor Rihms werk te interesseren. Zijn muziek wordt gekenmerkt door een niets-ontziende expressie en het verkennen van emotionele grenstoestanden. Rihms van pieken vervulde en door abrupte stemmingswisselingen gekenmerkte partituren weerspiegelen de bezeten passie om tot op de bodem te gaan. De componist :'Ik wil ontroeren en ontroerd worden. Alles aan muziek is pathetisch.' Uit Rihms muziek spreekt het levensgevoel van de romantische kunstenaar. Net zoals Schubert of Mahler (in respectievelijk Winterreise of Lieder eines fahrenden Cesellen) liet Rihm zich in vele van zijn werken inspireren door het beeld van de eenzame wandelaar die onbegaanbare streken opzoekt en voor wie natuurverschijnselen tot metaforen voor gemoedstoestanden worden.

De sympathie voor psychisch lijdenden als Hölderlin, Lenz, Nietzsche en de schilderende schizofrenie-patiënt Adolf Wölfli inspireerde hem tot werken als Hölderlin-Fragmente (1977), de opera Jakob Lenz (1977-78), Umhergetrieben (1981) en Umsungen (1984) op teksten van Nietzsche, en Wölfli-Lieder (1980-81). Ook wordt Rihms fantasie dikwijls geprikkeld door abstracte voorstellingen (Sub-Kontur, 1974-75, Klangbeschreibungen, 1984-87, Chiffre-cyclus, 1982-88, Über die Linie I-III, 1998-2001, Gejagte Form, 1995-2002, Jagden und Formen, 1999-2001) en de beeldende kunst (Kolchis naar een sculptuur van Kurt Kocherscheidt, 1991, Drei Zeichnungen aus 'De coloribus' 1997). Tegenwoordig behoort de zeer productieve Rihm met zijn emotioneel geladen muziek tot de meest gelauwerde componisten van onze tijd.

Oeuvre
6 opera's; 10 grote werkcycli in diverse bezettingen (inmiddels ca. 50 composities omvattend); 41 orkestwerken; 80 kamermuziekwerken; 37 vocale werken (koor of solozang met instrumentale begeleiding).