Trouvères (Fr. trouver, vinden), Noord-Franse pendants van de troubadours in Zuid-Frankrijk.
De taal van deze componisten -dichters was de langue d'oil en de bloei van hun cultuur lag iets later dan die van hun zuidelijke collega's:1150-1300. De meeste trouvères waren rijke burgers uit de in die tijd groeiende steden. In hun chansons kopieerden zij de hoofse liefdescultuur uit het zuiden, maar, anders dan de Zuidelijke troubadours, gebruikten zij elementen uit de volksmuziek. Adam dela Halle (1245-1306?) was de bekendste en ook de laatste trouvère. Zijn muziektheaterstuk Le Jeu de Robin et de Marion handelt over Robin Hoed. Het bestaat uit meerdere chansons, aan elkaar gelast met gesproken dialogen en passages voor koor, kortom: een mini-opéra comique'avant la lettre'.
