XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Rob Zuidam

betekenis & definitie

Rob Zuidam (Gouda 1964) is een Nederlandse componist die inspiratie put uit uiteenlopende bronnen zoals popmuziek, modem-complexe compositietechnie ken, Vlaamse polyfonie en Afrikaanse inheemse muziek. Als echte postmodernist schept hij hiermee een oeuvre dat zowel kenners als liefhebbers aanspreekt.

Rob Zuidam kreeg vanaf zijn achtste pianoles van een lerares die hem stimuleerde ook zelf stukjes te schrijven. In zijn pubertijd speelde hij (bas)gitaar in popgroepen, waar hij'het belang leerde kennen van ritme, muzikale eenvoud en directheid'. Daarnaast raakte hij geïnspireerd door Za ppa, vanwege diens 'voor de hand liggende manier van denken, die iets ongedwongens en ongebruikelijks heeft'. Ook ontdekte hij de complexe muziek van componisten als Xenakis en Ligeti; om deze te doorgronden ging hij naar het conservatorium. Hier leerde Zuidam zelf 'moeilijke muziek' te schrijven, maar omdat hij 'een verhaal wil vertellen en niet kan componeren om het componeren', ontwikkelde hij een toegankelijke stijl die desondanks niet 'gemakkelijk' is.

Vroege werken als het voor Orkest de Volharding gecomponeerde Three Mechanisms (1988-90); het pianostuk Spank (1990) en het orkestwerk Trance Formations (1991) zijn nog wat stug en hoekig, maar al snel kruidde Zuidam zijn muziek met meer lyriek en een rijker klankkleurenpalet, waarbij hij onbekommerd put uit verschillende muziektradities. In het sfeervolle Calligramme (il pleut) (1991) vertolken twee (mezzo-)sopranen een tekst van Apollinaire in de traditie van Burundische beurtzang met een flinke scheut Monteverdi. De in 1994 voor de Münchner Biennale gecomponeerde opera Freeze over het leven van Patricia Hearst (1994) paart moeiteloos sappige filmmuziek, cabaret en scheurende gitaar solo's aan de grote intervalsprongen van de naoorlogse avant-garde. In Foemeneis blandimentis gaude-bat voor sopraan, vijf mannenstemmen en orkest (200 1), dat onderdeel vormt van zijn opera-in-wording over Johanna de Waanzinnige, wanen we ons door de Vlaams-polyfonekoorklank bij wijlen in het Spanje van deze tragische vorstin (1479-1555).

Voor welke bezetting en met welke bedoeling Zuidam ook schrijft, zijn muziek barst van de energie en heeft vaak een sterke ritmische 'drive'. Of het nu de opzwepende, door Zappa geïnspireerde G-String Mambo voor strijkorkest (1994-95) betreft, de hilarische MacGonagall Lieder voor sopraan en ensemble (1997-2001) op geëxalteerde teksten van een Schotse zon dagsdichter, of de vierdelige reeks Trance Symphonies voor orkest (1990-98). Zuidam zei hierover: 'Ik ben uit op stuwing, motoriek en energie die zichzelf katalysee rt. Mijn muziek is een voortdurende zoektocht naar extase en mooie vergezichten. Daar helpt een goede ritmiek bij.' Tegenwoordig wordt Zuidam bedolven onder de composi tieopdrachten.

Oeuvre
1 opera; 12 orkestwerken; 5 ensemblestukken; 12 kamermuziekwerken, waarvan 9 met zang;1 werk voor vocaal octet; 8 solostukken.