XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Passie

betekenis & definitie

Passie (Dts. Passion) is de muziek bij het gelijknamige verhaal van het lijden en de kruisiging van Christus, zoals dat in de evangeliën van Mattheüs, Marcus, Lukas en Johannes in het Nieuwe Testament wordt verteld. Al in de 5e eeuw werd de Mattheüs-passie in de katholieke kerk tijdens de mis op Palmzondag voorgedragen. Delen van deze tekst werden gezongen door één zanger en sinds de 13e eeuw door verschillende zangers.

Vanaf de 16e eeuw ging de passie ook een rol spelen in de protestantse kerk. Luthers vriend Johann Bugenhagen schreef een passietekst in het Duits die bedoeld was om voorgelezen te worden. Toch kregen steeds meer 'protestantse' componisten behoefte om de tekst op muziek te zetten. Luther kon dit niet tegenhouden. In de 17e eeuw werden de meeste passies in de vorm van een oratorium gecomponeerd. De voor het oratorium kenmerkende afwisseling van aria's, recitatieven en koralen is bijvoorbeeld duidelijk terug te vinden bij de Passionen van J.S. Bach. In deze passies is een belangrijke rol voor de 'evangelist' weggelegd, die in zijn recitatieven in grote lijnen het verhaal 'vertelt' en de meer dramatische aria's en recitatieven van de andere zangers inleidt.

Tijdens de 19e eeuw werden nauwelijks passies gecomponeerd, maar in de 20e eeuw ontstonden er weer enkele, zoals de Johannespassie (1982) van Arvo Pärt.