XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Partituur

betekenis & definitie

Partituur (Lat. partitio, verdeling) is de notatie van een meerstemmige compositie, waarbij alle stemmen precies onder elkaar zijn genoteerd. De partituur wordt door de dirigent gebruikt om een ensemble of orkest te dirigeren.

Het ontstaan van de partituur als notatievorm gaat terug tot in de late Middeleeuwen. De vroegst overgeleverde partituurnotatieis een instrumentale versie van Francesco Landini's ballata Questa fanciulla (Dit jonge meisje, 14e eeuw). In de 16e eeuw ontwikkelde de partituurnotatie zich tevens in de vocale muziek. Ook werd in de Renaissance vaak gebruikgemaakt van een uitwisbaar schrijfplankje bedekt met een waslaagje, waarop de componist tijdens het componeren tijdelijk de stemmen onder elkaar kon noteren, dus in partituurvorm. Deze partituur werd vervolgens weer uitgewist, want het musiceren verliep altijd vanuit de afzonderlijk genoteerde stemmen. In de muziekpraktijk was de partituur dus nog niet van belang. Hoewel componisten in de barok hun composities in partituurvorm noteerden, werd er tot laat in de 18e eeuw bij het dirigeren nog weinig gebruik van gemaakt. Het orkest werd meestal door de basso-continuospeler vanuit zijn eigen partij gedirigeerd. Pas sinds de 19e eeuw speelt de partituur een belangrijke rol in de uitvoeringspraktijk. In dezelfde tijd ontstond de standaardindeling van de orkestpartituur zoals die tot op heden gebruikelijk is. Van boven naar beneden zijn genoteerd: houtblazers, koperblazers, slagwerk, eventuele solisten en onderaan de strijkers. De vocale stemmen staan traditioneel boven de contrabassen en celli, een eventueel begeleidend orgel staat helemaal onderaan. Hoewel in de 20e eeuw talrijke nieuwe notatievormen ontstonden, is de partituur als notatievorm in stand gebleven.