XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Nikolaj Rimski-Korsakov

betekenis & definitie

Nikolaj Rimski-Korsakov (Tikvin 1844-Ljoebensk 1908) was een Russische componist, muziekpedagoog en lid van het 'Machtige Hoopje'. Met zijn verbeeldingskracht en gevoel voor klankkleur had hij vooral affiniteit met verhalende, programmatische muziek (Antar 1868, Sheherazade 1888). Zijn virtuoze orkestraties hebben een onuitwisbaar stempel gedrukt op de Russische muziek.

Als leraar gaf hij zijn kennis door aan o.a. Prokofjev en Strawinski; ook schreef hij de publicatie Grondslagen van orkestratie. Als telg uit een aristocratisch mariniersgeslacht was Rimski-Korsakov voorbestemd voor een carrière bij de marine. Hij volgde de cadettenopleiding in St. Petersburg en kwam daar op zijn zestiende in contact met Mili Balakirev, de leider van het 'Machtige Hoopje'. Onder diens leiding begon hij zijn Eerste symfonie te componeren. Na een onderbreking van drie jaar op zee koos hij definitief voor een leven als musicus. Sterk beïnvloed door Balakirev en ook Glinka, Berlioz en Liszt, componeerde Rimski-Korsakov aanvankelijk vooral orkestwerken met een 'volkse' inslag, zoals Ouverture op Russische thema's (1866), en het 'muzikale schilderij' Sadko (1867). In zijn muziek verwerkte hij zijn liefde voor de Russische volksliederen en kerkmuziek die hij van zijn beide grootmoeders had geërfd.

Met zijn vroege werken verwierf hij meteen veel erkenning. Tot zijn verbazing werd hij als docent compositie en instrumentatie aan het Petersburgse conservatorium gevraagd. Hoewel hij niet echt bekend was met de grondslagen van harmonie, contrapunt en vorm, accepteerde hij het aanbod. In het geheim leerde hij zich de benodigde vaardigheden aan. 'Al gauw was ik een van de beste leerlingen van het conservatorium', zou hij later in zijn memoires bekennen. Rimski-Korsakov bleef zijn leven lang aan het conservatorium verbonden. De nadruk op kennis en beheersing die daar in hem werd aangewakkerd, heeft waarschijnlijk zijn creativiteit op een lager pitje gezet. Wel ontwikkelde hij een verfijnd gevoel voor klankkleur, volgens eigen zeggen 'de essentie van de compositie en niet slechts de aankleding'. Dit betrof bijv. Sheherazade (1888), zijn meest gespeelde werk.

In de periode 1892-93 ging Rimski-Korsakov door een diep dal van depressie. Zijn sombere gedachten hadden te maken met een gemis aan vrijheid en vitaliteit in het componeren, zoals blijkt uit een brief aan zijn vrouw. 'Muziek doet me helemaal niets, op het ogenblik. De schoonheid van harmonie, melodie en stemmenweefsel, het raakt me niet, ik vind het droog en koud. Een Beethoven strijkkwartet of symfonie, dát is wat anders. Dat is een en al leven en ziel.' Het is een roerend document, waarin de componist blijk geeft van zijn onvermogen en hunkering naar creativiteit. Na deze crisis richtte hij zich vooral op het schrijven van opera's, o.a. Kerstavond (1894), Mozart en Salieri (1897) en De gouden haan (1906-07).

Oeuvre
16 opera's; 31 orkestwerken, waaronder 3 symfonieën; 13 koorwerken; 13 kamermuziekwerken, waaronder 2 strijkkwartetten en 1 strijksextet; 24 pianowerken; ca. 225 liederen.