XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Nicolò Paganini

betekenis & definitie

Nicolò Paganini (Genua 1782-Nice 1840) is een beroemde 19e-eeuwse Italiaanse vioolvirtuoos en componist. Vanwege zijn extreem virtuoze en expressieve vioolspel waren er rond zijn persoon en optredens vele fabels, legenden, geruchten en verdachtmakingen. Velen beschouwden hem als de beste violist van hun tijd.

Paganini stamde uit het Italiaanse Genua en kreeg op zijn zesde zijn eerste vioollessen van zijn vader. Later ging hij in de leer bij de beste viooldocenten van zijn geboortestad. Hij trad in het openbaar op en componeerde zijn eerste vioolsonate in 1790. In 1795 toog hij naar Parma, waar de viooldocenten verklaarden dat ze hem niets meer konden leren. Hij onderwierp zich aan een intensieve zelfstudie van soms wel vijftien uur per dag. In 1797 begon hij aan een jarenlange triomftocht door Europa. Van 1805 tot 1808 was hij hofviolist in Lucca, aangesteld door de zus van Napoleon, Elisa Bacciocchi. Maar vanaf 1809 trad hij alleen nog op als solist met eigen werk. In 1828 begon Paganini aan een concerttournee die startte in Wenen en eindigde in Parijs in 1834. Hij deed meer dan 40 steden aan in Duitsland, Bohemen en Polen. De lovende kritieken, ook tijdens zijn tournee door Engeland en Schotland in 1832, maakten hem zelfs tot een vermogend man. Met zijn voordracht van tedere muziekstukken bracht hij veel luisteraars tot tranen. Vanwege zijn kracht en duizelingwekkende snelheid meende één concertbezoeker zelfs te hebben gezien hoe Paganini werd geholpen door de duivel. Tot Paganini's bewonderaars behoorden Schubert, Goethe, Rossini, Chopin, Schumann, Meyerbeer, Liszt en Berlioz. Schumann besloot definitief componist te worden na een optreden van Paganini in Frankfurt in 1829. En Franz Liszt was na een concert door Paganini in Parijs wekenlang onvindbaar en werkte als een bezetene aan zijn pianotechniek. Na Paganini's dood in 1840 schreef hij een prachtige necrologie, met daarin de lugubere legende als zou Paganini's vierde snaar zijn gemaakt van de darm van zijn vrouw die hij eigenhandig gewurgd zou hebben.

Met zijn techniek van dubbelgrepen en linkerhand pizzicato beïnvloedde Paganini de violisten Ernst, Bériot en Vieuxtemps. Zijn spectaculaire 24 Caprices op. 1 uit 1817 gelden nog altijd als de bijbel van de viooltechniek. Deze stukken, maar ook de zes vioolconcerten, zijn eerder beïnvloed door Durand, Lolli, Locatelli en Paganini's compositieleraar Paer dan door Weense klassieken als Haydn en Mozart. De stijl beweegt zich op de grens van classicisme en romantiek en is vooral gericht op het laten schitteren van de viool en de bravoure. Paganini's Guamerius-viool wordt nog steeds bewaard in zijn geboortestad. Verrassend is dat Paganini een hartstochtelijke strijkkwartetspeler was, die ervan droomde om de late kwartetten van Beethoven uit te voeren.

Oeuvre
O.a. 6 vioolconcerten en 7 variatiewerken voor viool en orkest; 24 caprices voor viool solo, 12 sonates voor viool en gitaar, 3 strijkkwartetten.