XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Leo Smit

betekenis & definitie

Leo Smit (Amsterdam 1900-Sobibor 1943) was een Nederlands componist van een niet groot, maar wel veelzijdig oeuvre, geschreven in een voornamelijk Frans georiënteerd idioom.

Smit bezat een on-Nederlandse beweeglijkheid en een aanstekelijke ritmische energie. In zijn werk boeiendesnelle delen dan ook het meest. Bovendien was hij een echte 'schilder' die pas helemaal tot zijn recht kwam in composities voor gevarieerde ensembles, zoals het Sextuor voor blazers en piano (1929-32), en orkestwerken zoals het flitsend georkestreerde Silhouetten (1922), en Schemselnihar (1929). Zijn muziek werd o.a. uitgevoerd door het Concertgebouworkestonder Cornelis Dopper, Pierre Monteux en Eduard van Beinum, een hele eer voor een jonge componist.

Leo Smit kwam uit een welgesteld, geassimileerd joods gezin. Hij studeerde compositie aan het Amsterdams conservatorium bij Bernard Zweers en Sem Dresden. Onmiddellijk na zijn eindexamen werd hij theorieleraar aan het conservatorium (o.a. Felix de Nobel en Gerard Hengeveld hadden les van hem). Na drie jaar nam hij ontslag en vestigde hij zich in Parijs. Daar ademde hij de prikkelende lucht van de Groupe des Six, hij ontmoette Honegger en Milhaud en luisterde naar Debussy en Stravinski. Via Brussel keerde hij in 1937 naar Amsterdam terug, waar hij een privé-lespraktijk opbouwde, en tot het laatst componeerde.

Als jood werd hij door de nazi's omgebracht. Gelukkig is het merendeel van zijn muziek in manuscript bewaard gebleven door toedoen van zijn leerling Frits Zuiderweg. Sinds in 1996 de Leo Smit Stichting werd opgericht, wordt zijn muziek weer regelmatig uitgevoerd.

Oeuvre
10 orkestwerken waarvan 6 soloconcerten; 8 kame rmuziekwerken voor diverse bezetting; 1 koorwerk; 3liederen ;3 pianowerken.