XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Johan Svendsen

betekenis & definitie

Johan Svendsen (Christiania bij Oslo 1840-Kopenhagen 1911) was een Noors componist en dirigent . In zijn Scandinavische idioom herkent men Grieg; de chromatiek verwijst naar Wagner en de vitaliteit loopt vooruit op Nielsen.

Om viool te studeren, vertrok Svendsen in 1863 naar het conservatorium van Leipzig. Als gevolg van een zenuwontsteking in de linkerhand brak hij zijn studie af en koos hij voor het componeren. Al spoedig bereikte hij een hoog niveau. Grieg vond zijn Eerste symfonie (1865-66) een 'openbaring': 'fonkelend genie, krachtige nationale toon en een werkelijk briljante behandeling van het orkest' (Grieg trok zijn eigen symfonie schielijk terug). Als dirigent reisde Svendsen naar Parijs, Rome, Londen, New York; hij sloot vriendschap met Wagner. Samen met Grieg dirigeerde hij vier seizoenen de Musikforeningen in Christiania. De twee stonden elkaar zeer na: als bepleiters van een Noorse muziek en bovendien als vrienden. Hoe sterk Svendsen aan zijn vaderland hechtte, blijkt uit zijn heimwee toen hij later (vanaf 1883) gevierd dirigent was van het Koninklijk Theater in Kopenhagen: 'Ik houd het hier niet langer uit'. Hij bleef echter tot zijn dood in Denemarken.

Svendsen wist een eigen, Noorse klank te combineren met grote structuren als de klassieke sonatevorm, en hij schreef schitterend voor orkest. Zulke muziek als van debruisende Eerste symfonie (het opus 4 van een student!) was anno 1866 nergens elders te horen. Ook de Tweede symfonie (1877) en het krachtige Octet (1865-66) zijn een verrijking voor het repertoire. Een meesterwerkje is de Vioolromance (1881); vreemd dat Svendsen hierna was 'uitgecomponeerd' en alleen nog cantates e.d. voor nationale gelegenheden schreef.

Oeuvre
Orkestwerken, waaronder 2 symfonieën en 4 rapsodieën, 2 soloconcerten, 1 vioolromance ; kamermuziek, o.a.liederen.