XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Imre (Emmerich) Kálmán

betekenis & definitie

Imre (Emmerich) Kálmán (Siófok 1882-Parijs 1953) was een Hongaarse operettecomponist. Na zijn studie, deels samen met Kodály en Bartók, aan het conservatorium van Boedapest, won hij met 'serieuze' muziek daar de Franz Josef-prijs.

Maar de grote populariteit van zijn cabaretliedjes en het Europese en Amerikaanse succes van de operette Tatárjárás (De vrolijke huzaren, uit 1908) deden hem kiezen voor de lichte muziek en de operettestad Wenen als woonplaats. Daar prees de criticus en Mahler-biograaf Richard Specht zijn voortreffelijke operettes, waaronder Der Zigeunerprimas (1912) als 'fris en prettig, met krachtige, natuurlijke melodieën en rijpheid'. Bij sommige is het verhaal gesitueerd in Hongarije, zoals in Der Zigeunerprimas, Die Csárdásfürstin (1915) en Gräfin Maritza (1924). Kálmán combineerde de stijl van de Weense operette met de romantische 'Hongaarse' stijl, terwijl de voortreffelijke orkestraties waren geïnspireerd door Tsjaikovski's muziek. In Die Herzogin von Chicago (1928) experimenteerde hij met de jazz. De vernieuwende functie van zijn werken lag echter in de grotere ruimte voor koornummers ten koste van de voor de handeling irrelevante dans.

Na de Duits-Oostenrijkse 'Anschluss' in 1938 vertrok de joodse Kálmán naar Parijs en in 1940, toen de nationaal-socialisten de Franse hoofdstad bezetten, emigreerde hij naar de Verenigde Staten. Toen Hongarije zich in 1942 aansloot bij het Duitse rijk, werd hij Amerikaan. Zijn zoon Charles Emmerich Kálmán, zelf componist van musicals, voltooide zijn vaders laatste werk, Arizona Lady (1954). Omdat Imre Kálmán met zijn libretti zorgvuldig streefde naar de smaak van het moment, behoeven ze bij moderne opvoeringen uitgebreide aanpassingen.

Oeuvre
23 operettes; 1 muzikale komedie, 1 melodrama, 1 muzikale farce; liederen, cabaretliedjes; 3 orkestwerken; pianostukken.