XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Henriëtte Bosmans

betekenis & definitie

Henriëtte Bosmans (Amsterdam 1895-1952) was een Nederlandse pianiste en componiste van een klein maar belangwekkend oeuvre. Onder invloed van Willem Pijper, bij wie zij enkele jaren studeerde, ontwikkelde ze een Frans georiënteerd idioom.

In het muzikale milieu waarin zij was opgegroeid, stond echter de Duitse Romantiek centraal, en die bleef onderhuids van kracht in haar latere composities. De instrumentatielessen van Cornelis Dopper hadden daar hun steentje aan bijgedragen. Ook de pianiste Sarah Benedicts haar moeder én pianolerares aan het Amsterdams Conservatorium heeft een duidelijk stempel gedrukt op haar ontwikkeling. Door haar toedoen werd Bosmans een gevierd concertpianiste van vooral het Duits romantische repertoire. Zij groeide op tussen eminente musici: zo kwamen Julius Röntgen, Joseph Joachim en Carl Flesch bij haar moeder over de vloer.
Bosmans schreef haar werken voor haar musicivrienden. Voor de cellisten Frieda Belinfante en Marix Loevensohn componeerde zij een aantal cellowerken, aan dirigent Pierre Monteux droeg zij haar Concertino (1929) voor piano en orkest op, voor de violist Francis Koene schreef zij een Concertstuk voor viool en orkest (1934), en voor de zangeres Noémie Perugia waren de twintig chanson-achtige liederen (1948-51). Met een aantal van hen had zij intense relaties . Bosmans was een exuberante biseksuele dame van het androgyne type. In haar werk komt zij naar voren als een lyrische persoonlijkheid met een sterk intellectuele inslag. De af en toe wat starre motoriek van haar muziek doet vermoeden dat haar intellect soms remmend werkte. Maar in haar beste werken, zoals de late liederen en het Concertino, gaan lyriek en intellect samen. Daar klinken haar noten helder en levendig, kernachtig en poëtisch.

Oeuvre
10 werken voor solist en orkest; 7 kamermuziekwerken, waaronder 1 strijkkwartet ; 8 pianocomposities; 41 liederen.