XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Henri Dutilleux

betekenis & definitie

Henri Dutilleux (Angers 1916) is een Franse componist. Naast zijn muziekopleiding, in de jaren '30, speelde hij slagwerk in een plaatselijk orkest; de vaak uitbundige slagwerkpartijen in zijn latere composities getuigen van die ervaring. Hoewel hij toen ook al componeerde, distantieerde hij zich later van die vroege, Ravel-achtige stukken.

Na de Tweede Wereldoorlog onderscheidde Dutilleux zich spoedig van andere wederopbouwcomponisten: hij zwoer vooroorlogse tradities niet rigoureus af en hield zich verre van de schoolvorming die rond zijn tijdgenoten Boulez en Stockhausen ontstond. Hij schiep een onafhankelijke stijl, met een voorkeur voor oude kerktoon soorten, een gestiek die vaak ritueel aandoet en brede, kleurrijke klankvelden. De voorbeelden die hij toeliet Roussel, Messiaen, Bartók-komen eerder in de opbouw van zijn muziek tot uiting dan in het klankbeeld. Zelf erkende hij vooral de invloed van literatuur op zijn werkwijze, niet alleen in toonzettingen van teksten, maar ook in instrumentale stukken. Zo zocht hij aansluiting bij de romans van Proust, die de mens weergeven als een instabiel, door herinneringen gedirigeerd wezen. Een muzikale vertaling van dit gegeven vind je in bijvoorbeeld het strijkkwartet Ainsi la nuit: het begint niet met een markant hoofdthema, maar met toespelingen en variaties daarop. Uit associatieve flarden groeit geleidelijk een muzikaal statement.

In dergelijke dialoogachtige weefsels verwerkte hij vanaf ca. 1970 ook citaten van andere componisten (van Janequin tot Britten). Ze bevestigen Dutilleux' weidse, grootschalige visie (die overigens ook klankeffecten uit de jazz omvat een in het naoorlogse Parijs bijna onomzeilbare inspiratiebron). Dutilleux' muziek lijkt vaak gecomponeerd te zijn vanuit een satelliet die soms focust op een kosmische oerwereld en soms op elementen van de aardse muziekcultuur.

Oeuvre
6 muziektheaterwerken; 9 orkestwerken, waaronder 2 concerten; 12 kamermuziekwerken, waaronder een strijkkwartet; enkele vocale werken.