XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Giacomo Carissimi

betekenis & definitie

Giacomo Carissimi (Marino 1605-Rome 1674) was één van de belangrijkste Italiaanse componisten in de 17e eeuw die als geen ander heeft bijgedragen aan de opkomst en de eerste bloeiperiode van het oratorium.

Carissimi werkte van zijn 24e tot zijn dood als kapelmeester aan het Collegio Germanico in Rome, de topopleiding van de Jezuïeten en het centrum van de Contrareformatie. Hij moet het er naar zijn zin hebben gehad, want op aanbiedingen om elders te komen werken, ging hij niet in en zelfs het eervolle aanbod van de Oostenrijkse keizer sloeg hij af, 'zij het met de grootst mogelijke beleefdheid', zoals een van zijn opvolgers memoreerde. Voor de slanke, hoffelijke, naar melancholie neigende en aan jicht lijdende priester-musicus zullen de omgang met de studenten en koorknapen, zijn betrokkenheid bij de gezinnen van zijn vele broers en zusters, en zijn florissante financiële positie die hij, als geboren en getogen Romein van eenvoudige komaf, aan spaarzaamheid en wijs beleid te danken had, zwaarder hebben gewogen.

Hoe hoog Carissimi's composities werden aangeslagen, bleek kort na zijn overlijden uit een pauselijk verbod om zijn manuscripten te verkopen en uit te lenen. Toen de jezuïetenorde een eeuw later werd opgeheven en de muziekarchieven van het Collegio Germanico grotendeels werden vernietigd, gingen ze alsnog verloren. De twijfelachtige authenticiteit van talloze, ten onrechte aan Carissimi toegeschreven werken en de vele bewerkingen hebben het overzicht van zijn oeuvre ernstig bemoeilijkt.

Carissimi's cantates vormen het sluitstuk van een ontwikkeling die al eerder, rond 1620, was ingezet . Hierin waren de grenzen tussen recitatieven en aria's nog vaag en had de later geformaliseerde da capo-vorm zijn beslag nog niet gekregen. Zeer populair waren die cantates waarin de componist, met niet meer dan een solostem en continuo-begeleiding, de schittering en het pathos van grootschalige theaterproducties had geëvenaard.

In zijn missen en motetten betoonde Carissimi zich een componist als ieder ander, maar met de oratoria op Latijnse teksten, zoals Baltazar, Jephta, Jonas en Judicium Salomonis, geschreven voor devotionele gebedsdiensten in Rome, verwierf hij zich een internationale reputatie die tot in Noord-Europa reikte en die hem in Frankrijk, waar zijn leerling Charpentier eveneens Latijnse oratoria schreef, de status gaf van 'le plus grand musicien que l'Italie ait produit'. Postuum zou men in Engeland Carissimi in één adem noemen met de grote Palestrina, en Händel heeft in zijn oratorium Samson het slotkoor verwerkt van Carissimi's Jephte (vóór 1650).

Oeuvre
3 missen; 120 motetten 14 oratoria; 148 cantates; leerboek Ars cantandi.