XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

George Crumb

betekenis & definitie

George Crumb (Charleston 1929) is een Amerikaanse componist met een fijnzinnig gevoel voor klankkleur, vaak gerealiseerd met behulp van elektronica. Zijn poëtische muziek heeft een welhaast Italiaanse lyriek.

George Crumb musiceerde van kindsbeen af in huiselijke kring en studeerde compositie aan verschillende universiteiten. Hij kreeg o.a. les van Boris Blacher aan de Berliner Hochschule für Musik en van Ross Finney aan de Universiteit van Michigan. Zelf was hij compositiedocent aan de universiteiten van Colorado (1959-65) en Pennsylvania (1965-95).

Zijn eerste belangrijke composities ontstonden in de jaren '60, zoals Five Pieces for Piano (1962), het betoverende Night Music I voor sopraan, piano/celesta en twee slagwerkers (1963) en Four Nocturnes voor viool en piano (1964). Hierin koppelde hij een Webernachtig aforisme aan bijzondere klankkleuren en volksmuziek uit Virginia. In deze periode ontstonden ook de vier boeken Madrigals voor sopraan en ensemble (1965-69) op teksten van Garcia Lorca: een mengeling van Schönbergiaans Sprechgesang' en Berio-achtige spreek- en zangpassages, ondersteund door evocatieve nachtmuziek van instrumenten als vibrafoon, harp en fluit.

Crumb gebruikt vaak teksten van Lorca, wiens vermogen fantasie en werkelijkheid te verweven hij bewondert. Om diens surrealistische beelden muzikaal te vangen, bedenkt hij allerlei speeltechnieken. Zo wordt de banjo in Night of the Four Moons voor alt, altfluit/piccolo, banjo, elektrische cello en slagwerk (1969) bespeeld met een glazen staafje, en is de harp voorzien van papierstroken in Ancient Voices of Children voor sopraan, jongenssopraan en ensemble (1970). Maar ook in instrumentale stukken breidt Crumb de grenzen van instrumenten uit. In het elektronische strijkkwartet Black Angels (1970), een verwoestende aanklacht tegen de oorlog in Vietnam, worden de snaren bewerkt met vingerhoedjes en de achterkant van de strijkstok; in Vox balaenea voor drie gemaskerde spelers, elektrische fluit, elektrische cello en elektrische piano (1971) evoceren 'valse glissandi' de feeërieke taal van walvissen; in Makrokosmos I + II voor versterkte piano (1972-73) worden de pianosnaren met de vingers of metalen stokjes bewerkt en in A Haunted Landscape voor orkest (1984) wordt een spookachtige lage bes gerealiseerd door de contrabassen te verstemmen.

Crumbs muziek schept een dromerige sfeer vol wonderlijke klanken en stiltes die soms angstwekkend zijn, maar altijd effectief en intrigerend. Hij zei hierover: 'Het is makkelijk gedachteloze muziek te schrijven, maar ik vind dat je uitsluitend goede stukken moet componeren in een wereld vol nietszeggende muziek. 'In de jaren '80 en '90 nam zijn productie geleidelijk af,'omdat componeren steeds moeilijker wordt als je jezelf niet wilt herhalen' dat gevaar heeft Crumb uitstekend weten te omzeilen.

Oeuvre
8 orkestwerken; 16 vocale/instrumentale werken; 31 kamermuziekwerken.