XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Georg Friedrich Händel

betekenis & definitie

Georg Friedrich Händel (Georg Frideric Handel] (Halle 1685-Londen 1759) was een van de grootste componisten uit de barokperiode. Händel creëerde een eigen, extraverte en zeer toegankelijke taal waarin de Duitse voorliefde voor het contrapunt samenkwam met het Italiaanse belcanto.

Jeugd in Halle:
Händel werd in hetzelfde jaar geboren als Johann Sebastian Bach. Halle, waar hij als kind woonde, lag bovendien niet ver van Bachs geboorteplaats Eisenach. Toch hebben de twee elkaar nooit ontmoet. Bach had grote bewondering voor Händel, maar het schijnt dat Händel geen enkele belangstelling had voor zijn collega. Als jongen richtte hij zijn blik al ver over de grenzen van Duitsland, en toen hij 21 was, reisde hij naar Italië. Waarschijnlijk wilde hij de beperkte omgeving van zijn jeugd zo snel mogelijk ontvluchten. Zijn vader, barbier en lijfarts in dienst van de hertog van Halle, zag niet veel heil in de onstuitbare musiceerdrift van zijn zoon. Toch stuurde hij hem naar een goede leraar: de componist en organist Friedrich Wilhelm Zachow. De vader moet toch trots geweest zijn op zijn muzikale zoon, want hij nam hem mee naar Berlijn, waar de jongen voor het eerst de geur van de grote wereld opsnoof. Aan het Pruisische hof deed Händel allerlei contacten op. Het gemak waarmee hij zich later bewoog in adellijk gezelschap dateerde waarschijnlijk van deze Berlijnse reis.

Hamburg, Italië en Hannover
In 1703 verliet Händel Halle en ging naar Hamburg, waar hij als violist speelde in het operaorkest. Volgens zijn vriend Johann Mattheson, zanger en dirigent/klavecinist aan de Hamburgse opera, deed Händel 'of hij niet tot vijf kon tellen', tot hij plotseling de Hamburgse muziekwereld verraste met zijn eerste opera: Almira (1705). De voorstelling werd twintig keer herhaald, en onmiddellijk schreef hij nog twee andere opera's voor Hamburg. De jonge componist had zijn plek bij de tweede violen verlaten en zat nu als dirigent achter het klavecimbel. In twee jaar tijd had hij in Hamburg een toppositie bereikt. Maar Händel was ambitieus, en toen een Florentijnse prins uit de Medici-familie in Hamburg zijn pad kruiste, was hij in een wip vertrokken. Hij reisde linea recta naar Florence om zich te begeven in de belangrijke stromingen van de Italiaanse muziek die voor heel Europa toonaangevend waren.

Van Florence ging hij vervolgens naar Rome, waar prins Ruspoli een bed voor 'Monsu Endel' liet plaatsen in een van de gastenvertrekken. Hij hoorde de befaamde koorzang van de Sixtijnse kapel en leerde de Romeinse oratoria kennen. De belangrijkste operacentra waren toen Napels en Venetië, en daar was het dan ook dat zijn grote doorbraak als operacomponist plaatsvond. In Venetië stond het publiek bij de première van zijn opera Agrippina (1709) als één man op en riep: 'Viva il Sassone! Benedetta la sua madre!' Na vier jaar in Italië was Händels internationale roem gevestigd. Het zuidelijke temperament en de Italiaanse lyriek waren diep doorgedrongen in zijn stijl.

Opera in Londen:
Waarom Händel na zijn grote successen niet in Italië is blijven wonen, wordt niet geheel duidelijk. Een feit is dat hij op 25-jarige leeftijd een groot en zelfbewust musicus was die omzag naar een passende positie. Via een omweg vond hij die in Londen. Kort na aankomst maakte hij furore met zijn opera Rinaldo (1711). Dit was het begin van een periode van 30 jaar waarin hij met hart en ziel betrokken was bij de Italiaanse opera, geschreven in een door Italië beïnvloede stijl op Italiaanse teksten en met een cast van Italiaanse zangers, die hij meestal zelf engageerde. De meeste van hen kende hij uit zijn Italiaanse jaren. Vrijwel alle opera's van Händel behoren tot de categorie van de opera seria, de ernstige opera met een vaak dramatische inhoud over onderwerpen uit de Griekse mythologie of de Romeinse geschiedenis. De beroemdste waren Radamisto (1720), Ottone (1723), Giulio Cesare (1724), Tamerlano (1724), Rodelinda (1725), Ariodante (1735), Alcina (1735) en Serse (1738). Ondanks de opeenstapeling aan wonderlijke, ontroerende en gewelddadige gebeurtenissen is er bij Händel op het toneel toch meestal maar weinig actie te zien. In korte recitatieven wordt er gehandeld terwijl de personages in lange da capoaria's hun hart uitstorten. Händel koos zijn libretto's vooral uit op de heftige emoties, en er is dan ook geen barokcomponist die zoveel verschillende affecten heeft uitgebeeld. De middelen die hij hierbij gebruikte, waren de algemeen gangbare middelen van de retorica en de affectenleer. Meestal presenteerde Händel de emoties in hun pure vorm, zonder vermenging met tegenstrijdige gedachten. Hierdoor krijgen gevoelens als liefde, haat en verdriet in menige aria haast bovenmenselijke proporties en lijken ze De Liefde, De Haat en Het Verdriet uit te beelden. Nog steeds is de aria 'Ombra mai fu' uit Händels opera Serse, bekend als hét Largo van Händel, geliefde rouwen begrafenismuziek. Kennelijk kunnen veel mensen ook nu nog hun gevoelens van rouw hierop projecteren.

Händel als operamanager:
Tijdens zijn eerste jaren in Londen schreef Händel de meeste van zijn opera's in opdracht van het Queen's Theatre (later King's Theatre geheten) dat in 1717 moest sluiten. Een nieuw operagezelschap werd opgericht: de Royal Academy of Music. Het initiatief kwam van de adel en de muzikale leiding was in handen van Händel. Hij engageerde allerlei Italiaanse beroemdheden zoals de castraatzangers Berselli en Senesino, de sopranen Durastanti, Cuzzoni en Bordoni, en de bas Boschi. Acht turbulente jaren lang floreerde de koninklijke opera-academie. Naast enorme successen kwamen er echter steeds meer moeilijkheden, zoals de onaangename competitie waarin hij verwikkeld raakte met de componist Giovanni Bononcini. Voorts was er een hevige rivaliteit tussen de diva's en divo's die vochten om de belangrijkste rollen. Gaandeweg was de opera een arena geworden, en de aandelen stegen zelfs wanneer een van de zangers zichzelf overtrof en zijn aria hoger eindigde dan de door de componist voorgeschreven slotnoot. Onder het Engelse publiek was ondertussen grote onvrede ontstaan, aangezien 'de gewone man' geen Italiaans verstond en de mythologische verhalen niet begreep. Men verlangde naar simpeler vermaak en 'verheffing'. In 1728 ging de Royal Academy dicht. Tot de 'verheffing' van het grote publiek zou Händel met zijn oratoria gaan bijdragen.

Het oratorium: de opera voor de 'gewone man':
'Sacred drama' was de term die Händel voor zijn oratoria gebruikte, hiermee de nadruk leggend op 'drama'. Hij greep naar een rijke bron aan verhalen die bij het grote publiek bekend waren, en wel in de Engelse taal: de Bijbel. Met de oratoria Saul (1739) en Israel in Egypt (1739) behaalde hij zijn eerste Londense successen als oratoriumcomponist. Vanaf 1741 schreef hij geen enkele opera meer, en in de zestien daaropvolgende jaren ontstonden zijn grote oratoria. Händels 'Indian Summer' was aangebroken.

Zijn grote doorbraak als oratoriumcomponist kwam met The Messiah (1742). Dit werk werd al snel zo geliefd dat hij er volledig mee geïdentificeerd werd en gold als 'de componist van de Messiah.' In tegenstelling tot de andere oratoria van Händel wordt in de Messiah géén dramatische verhaallijn gevolgd. Samen met tekstdichter Jennens selecteerde Händel passages uit de Bijbel die zonder uitzondering contemplatief van aard waren. Zo werd in deel I de komst van de Messias belicht vanuit voorspellingen in het Oude Testament. Deel II bevat beschouwingen over zijn lijden, dood en verrijzenis, terwijl deel III de verlossing van de mensheid tot onderwerp heeft. De machtige koren zoals 'And He shall purify' (deel I), 'Hallelujah!' (deel II) en 'Worthy is the Lamb' (slotkoor deel III) vormen de pijlers van Händels grootse barokbouwwerk. Daarbinnen speelt hij een spel met sterke contrasten in licht en donker. De donkere chromatiek in de basaria 'The people that walked in darkness' (deel I) slaat bijv. plotseling om in een stralend D-groot bij de woorden 'have seen a great light!'. Allerlei schilderachtige details spelen zich af in de immense ruimte die met structuur en belichting geschapen is, zoals Händels tijdgenoot Rubens dat op het schildersdoek realiseerde.

Kleinschalige:
Händels sonates en triosonates zijn weliswaar kleinschalige werken, maar ze bevatten vaak grootse muziek. Men moet zich daarbij realiseren dat Händel in de eerste plaats een dramaticus was. Wil men deze kamermuziek recht doen, dan kan men het best uitgaan van de uitgebeelde affecten van de contrasten tussen licht en donker, en de tegenstelling tussen vitaliteit en contemplatie. Ook de Concerti grossi zijn contrastrijke werken. Händel had het destijds nieuwe genre als jonge musicus leren kennen in Italië, en het waren vermoedelijk vooral de Concerti Grossi van Arcangelo Corelli die in Rome grote indruk op hem maakten.

Händel was een strenge man met een wat lompe humor, die hoge eisen stelde aan zichzelf en aan de uitvoerende musici. Niemand minder dan Beethoven, een groot bewonderaar van Händel, verwoordde dit in een rake observatie: 'Händel, dat is het ware. Leer van hem om met zo weinig middelen een zo grote uitwerking op te roepen.'

Oeuvre
46 opera's; 32 oratoria; 71 solocantata's; 20 vocale duetten; kerkmuziek waaronder het Utrecht Te Deum, het Dettingen Te Deum, Anthems; instrumentale muziek waaronder Water Music, Fireworks Music, 18 concerti grossi, 18 orgelconcerten; kamermuziek waaronder kamersonates, triosonates en 3 banden klavecimbelmuziek.