XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Francesco Cavalli

betekenis & definitie

Francesco Cavalli (Crema 1602-Venetië 1676) was een Italiaanse componist. Cavalli was vooral als operacomponist een centrale figuur in het Venetië van de 17e eeuw. Door zijn vader werd hij opgeleid tot jongenssopraan in het koor van de kathedraal van Crema.

De Venetiaanse gouverneur van Crema, Federico Cavalli, was verrukt over zijn stem en nam de 14-jarige jongen mee naar Venetië. Daar werd hij opgenomen in het koor van de San Marco, en na verloop van tijd nam hij de naam van zijn Venetiaanse weldoener aan. Niemand minder dan Monteverdi had de leiding over het koor; tot diens dood hadden beide componisten nauw contact met elkaar. Cavalli was behalve zanger ook organist, eerst van de SS Giovanni e Paolo, later van de San Marco. Aan het eind van zijn leven werd hij - net als Monteverdi vóór hem - kapelmeester van de San Marco. Maar het grootste deel van zijn leven wijdde hij aan een toen nog nieuw fenomeen: de opera.

Toen in 1637 in Venetië het eerste openbare operatheater (Teatro San Cassiano) werd geopend was Cavalli niet alleen een bekende musicus, maar ook een bemiddeld man. Hierdoor kon hij als producent, investeerder en componist volop deelnemen aan de operarage. Tussen 1638 en 1648 bracht hij in San Cassiano bijna ieder jaar een nieuwe, door hemzelf gecomponeerde opera op de planken. In totaal schreef hij zo'n 33 opera's. Eén daarvan, Egisto (1643), werd door reizende operagezelschappen overal in Italië gespeeld en had ook in Parijs en Wenen veel succes. Nog beroemder werd de opera Giasone (1649), die vele reprises beleefde. Het ging Cavalli voor de wind: hij woonde aan de Canal Grande, en ging in 1662 naar Parijs om met zijn opera Ercole amante bij te dragen aan de festiviteiten rond het huwelijk van Lodewijk XIV met Maria Theresia.

Feilloos wist Cavalli de harten van zijn tijdgenoten te bereiken. Overeenkomstig de wensen van zijn publiek zorgde hij voor levendigheid, afwisseling en effect. Binnen één scène wisselden de stemmingen en muzikale vormen elkaar af met de directheid in expressie die zo typerend is voor de Italiaanse volksaard. Terwijl het merendeel van de opera's van Monteverdi geschreven was voor de hoftheaters van de adellijke elite, schreef Cavalli voor 'de gewone man'. Rond 1700 waren er in Venetië negen operatheaters, en wie uit wilde gaan, kon uit minstens vier verschillende operaproducties kiezen. De Venetianen waren belust op spektakel en virtuoze hoogstandjes en Cavalli kwam hen daarin tegemoet met aria's waarin de zangers konden uitblinken, met pittige komische scènes en met flitsende dialogen in recitatiefvorm. Weliswaar kon hij niet in de schaduw staan van de geniale Monteverdi, maar de bruisende vitaliteit van zijn opera's had een grote charme, die ook nu nog aanstekelijk kan werken.

Oeuvre
33 opera's; 5 wereldlijke cantates; kerkelijke muziek; losse aria's.