XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Erik Satie

betekenis & definitie

Erik Satie (Honfleur 1866-Parijs 1925) was een Legendarische Franse componist van bedrieglijk eenvoudige muziek in een 'uitgeklede stijl' vol originele vondsten. Satie's humor en zijn gebruik van bescheiden middelen waren een onverwacht en verbluffend antwoord op de zwaarwichtigheid en de pretenties van de romantiek. Daarmee was hij een voorloper van veel latere ontwikkelingen in de kunst, zoals Dada en het neoclassicisme van Stravinski.

Satie bezocht in Parijs het conservatorium. Hij was er een middelmatige en ongemotiveerde leerling en na zeven jaar ging hij er weg zonder diploma. Hij vestigde zich in Montmartre, in de buurt van het toen beroemde cabaret Le Chat Noir waar hij als orkestleider werkte. In die jaren ontstonden chansons zoals Je te veux, maar ook de Gymnopédies (1888) en Gnossiennes (1890) voor piano. Deze laatste stukken met hun raadselachtige titels zijn al kenmerkend: muziek die zich niet ontwikkelt, met simpele melodieën begeleid door parallelle akkoorden, soms zonder maataanduiding of maatstrepen. Satie schreef vaak teksten bij zijn stukken en curieuze aanwijzingen die soms onbegrijpelijk zijn, zoals 'Open uw hoofd', en soms ronduit bizar, zoals bij Vexations (Kwellingen, uit 1893) de aanwijzing dat het stuk 840 keer herhaald moet worden. Hier waart reeds de geest van Dada rond.

In 1898 trok Satie zich terug in de voorstad Arceuil waar hij als een kluizenaar leefde en zich in de mystiek en de gotische kunst verdiepte. De afstand van 20 kilometer die zijn vervuilde woning scheidde van het centrum, legde hij, altijd onberispelijk gekleed, te voet af. In 1905 behaalde hij aan de Schola Cantorum alsnog diploma's voor contrapunt en compositie. Vanwege zijn excentrieke manier van doen, werd hij lang door weinigen serieus genomen. Dat veranderde toen hij in 1915 in contact kwam met Jean Cocteau. Met hem en Picasso werkte Satie samen aan Parade (1917). Parade is een 'ballet réaliste' met de sfeer van het circus en een orkest waarin nu en dan schrijfmachines ratelen en revolvers knallen. De première veroorzaakte een schandaal, maar bracht hem roem.

Het symfonisch drama Socrate (1918) geldt als zijn meesterwerk. Het is ernstiger dan Parade maar even eenvoudig en effectief. De pretentieloze muziek die Satie altijd op het oog had, benaderde hij nog het meest in het in 1920 samen met Milhaud gecomponeerde Musique d'ameublement, 'meubelmuziek' gebruiksmuziek, even onopvallend als een stoel.

Oeuvre:
19 balletten, 14 werken voor orkest, 12 vocale werken, 20 cabaretliederen, 69 stukken voor piano en enkele voor andere kleine bezetting. Ook schreef Satie veel artikelen, soms onder pseudoniem.