XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Edison Denisov

betekenis & definitie

Edison Denisov(Tomsk 1929-Parijs 1996) was een Russische componist die ondanks de belemmeringen van het sovjetregime het avant-gardisme' van vernieuwers als Boulez omarmde. Was een inspirator voor jonge toondichters .

Denisov werd vernoemd naar de Amerikaanse uitvinder Edison, en een technische carrière lag in het verschiet. Pas toen hij als teenager iemand mandoline hoorde spelen, ontkiemde zijn liefde voor muziek. Hij nam gitaar-, klarinet- en pianoles, maar ging toch wis- en natuurkunde studeren aan de universiteit van Tomsk. Ondertussen maakte hij zijn eerste composities, die hij opstuurde aan Sjostakovitsj. Op diens advies ging hij in 1952 in Moskou compositie studeren bij Vissarion Sjebalin.

Dankzij privé-lessen van Webern-leerling Philip Hersjkovitsj ontdekte hij de twaalftoonsmuziek van Schönberg, Webern en Berg; door bezoeken aan het festival 'Warschauer Herfst' kwam hij in contact met avant-gardisten als Boulez, Stockhausen en Nono. In 1960 werd Denisov hulpdocent instrumentatiekunde aan het Conservatorium van Moskou, waar hij zijn aanvankelijk behoudende, socialistisch-realistische stijl verruilde voor modernere schrijfwijzen. In 1964 schoffeerde hij de autoriteiten met zijn Zon van de Inca's voor sopraan en ensemble, een kruising tussen Boulez' Pli selon pli en Stravinski's Les noces. Door zijn compromisloze houding werd hij niet bevorderd tot compositiedocent wel groeide hij uit tot held van de jonge garde. Hij fungeerde als schakel tussen oost en west: zijn eigen muziek en die van collega-dissidenten werden uitgevoerd in het westen en hij introduceerde de nieuwste westerse compositietechnieken in Rusland. Hij experimenteerde met twaalftoonsmuziek, het op mathematische principes gebouwde serialisme, en de op toevalsprincipes gebaseerde aleatoriek. Onder invloed van Ligeti onderzocht hij de mogelijkheden van klankkleur en microtonaliteit, wat leidde tot zijn veelgeprezen orkestwerk Peinture (1970).

Maar hoe vooruitstrevend Denisov ook was, zijn enorme bewondering voor de traditie schemert door in vele werken, zoals het Celloconcert (1972), Romantische muziek voor hobo, harp en strijktrio (1978) en Happy End voor twee violen, cello, contrabas en strijkorkest (1985). Ook verloochende hij zijn Russische wortels niet, getuige het schitterende Requiem voor sopraan, tenor, gemengd koor en orkest (1980) en het koorwerk Vredig licht (1988). Zijn liefde voor Frankrijk uitte zich in composities als de liederencyclus La vie en rouge (1973) en zijn opera L'écume des jours (1981).

Denisov is moeilijk te plaatsen: zijn oeuvre vormt een staalkaart van het naoorlogse componeren. Zijn muzikale credo luidde: 'Schoonheid is een hoofdfactor. [...] Ik vind serialistische procedures veelbelovend, maar streef naar een synthese tussen tonaliteit, modaliteit, aleatoriek en andere expressieve middelen.' En wat je ook van Denisovs muziek mag vinden, uitdrukkingsvol is zij zeker.

Oeuvre
4 muziektheaterwerken; 32 orkestwerken; 7 orkestraties; 43 vocale/instrumentale werken; 78 kamermuziekwerken.