XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 21-03-2017

Dame Ethel Smyth

betekenis & definitie

Dame Ethel Smyth (Mary) (Londen 1858-Woking 1944). Engelse componiste en schrijfster met een markant karakter. Zij was de dochter van een generaal was vastbesloten muziek te studeren in een tijd waarin jonge vrouwen niet geacht werden te werken; zij vocht voor erkenning als componiste en de uitvoering van haar levendige, krachtige muziek.

Tegen de wil van haar ouders ging Smyth naar het Leipziger conservatorium. De studie stelde haar teleur en al na één jaar besloot zij op privé-basisharmenie en contrapunt bij Heinrich von Herzogenberg te studeren. Zij bleef nog tien jaar in Duitsland, waar zij kennismaakte met onder anderen de door haar bewonderde Brahms, Tsjaikovski, Grieg en Clara Schumann. In deze tijd schreef zij voornamelijk kamermuziek, muziek waarin haar aanleg voor contrapunt duidelijk naar voren kwam. In 1890 vond in Engeland de première plaats van twee orkestwerken: de Serenade en de ouverture Anthony and Cleopatra. Pas met de uitvoering van de grootse en knap georkestreerde Mis in D-grootbegin 1893 wist zij de aandacht van de Engelse muziekwereld te trekken. In deze door Beethoven beïnvloede Mis wordt het Gloria als hoogtepunt aan het eind geplaatst.

Met vocale muziek had Smyth veel affiniteit en de komende jaren zou zij zes opera's schrijven. De tweede, Der Wald (1901), werd met succes opgevoerd in Berlijn, Covent Garden en New York. Haar derde en meest succesvolle opera, The Wreckers (1904), ontstond op een libretto van haar goede vriend Henry Brewster. Mede doordat ze hierna in Parijse muziekkringen verkeerde, begon zij in een lichtere stijl te componeren. In 1910 besloot Smyth zich twee jaar geheel te wijden aan de strijd voor vrouwenkiesrecht in Engeland. Uit deze tijd dateert het beroemde lied The March of the Wamen, dat in Nederland onder de titel De opmarsch der vrouwen verscheen. Toen haar gehoor steeds slechter werd, ging zij zich meer op het schrijven storten; het tweedelige autobiografische Impressions that Remained (1919) werd veel gelezen. Ook de volgende acht, voornamelijk autobiografische boeken, waaronder Female Pipings in Eden (1933), zijn hoogst onderhoudend. In de jaren '20 ontstonden delaatste twee opera's, een concert voor viool en hoorn (1927) en het zwaarmoedige The Prison (1930) voor twee solisten, koor en orkest. Haar muziek, die sterk beïnvloed is door Brahms, Wagner en Sullivan, is hartstochtelijk en oprecht. Van de nieuwste ontwikkelingen zoals van Schönberg moest zij niets hebben. The Wreckers, waarvan de thematiek aan Brittens Peter Grimes doet denken, is een opera vol dramatische kracht en werd vele malen opgevoerd onder dirigent Sir Thomas Beecham, die het een van de weinige echte muzikale Engelse opera's vond.

Oeuvre
6 opera's; 6 orkestwerken; 18 vocale werken, waarvan 8 met koor en 8 met orkest;18 kamermuziekwerken.