XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Carl Philipp Emanuel Bach

betekenis & definitie

Carl Philipp Emanuel Bach (Weimar 1714-Hamburg 1788) was een Duits componist. De op één na oudste zoon van J.S. Bach, die vooral in zijn pianosonates al experimenterend tot een nieuwe stijl kwam waarin gevoel en stemming voortdurend wisselden: de 'empfindsamer Stil' (de gevoelige stijl), vooruitlopend op de 'Sturm und Drang'. De nagestreefde wendbaarheid van de emoties bracht mee dat voor deze Bachzoon het contrapunt niet meer het hoogste doel was; hij gaf gewicht en betekenis aan de sonatevorm en liet daarbij de melodielijn de boventoon voeren.

Emanuels jeugd speelde zich vooral af in Leipzig, waar zijn vader cantor was van de Thomaskerk Hij kreeg een uitstekende opleiding aan de Thomasschool, zijn vader was zijn enige muziekleraar en het klavier was zijn instrument. Zijn voorkeur ging uit naar het clavichord en later naar de fortepiano. Na een rechtenstudie in Leipzig en in Frankfurt a.d. Oder koos hij definitief voor de muziek; de zeven jaren aan de universiteit lieten echter hun sporen na in zijn persoonlijkheid en zijn werk. Toen hij in 1738 een aanstelling kreeg als hofmusicus in dienst van Frederik II van Pruisen, vond hij in Berlijn al gauw zijn weg in intellectuele kringen. De 'maandagclub' was zijn vriendenkring: filosofen, schrijvers en musici die op maandagen bij elkaar kwamen. De avontuurlijke gesprekken vormden voor Emanuel ongetwijfeld een aanmoediging tot artistieke experimenten, maar ook tot een enigszins intellectuele 'toon' in zijn muziek.

In zijn dagelijkse werk had hij ondertussen te maken met de aartsconservatieve Frederik II, voor wiens kamermuziekavonden in Sanssouci (het paleis in Potsdam) hij componeerde en wiens fluitspel hij begeleidde. Frederik maakte zijn groeiende ongenoegen met de avant-gardistische werknemer kenbaar door hem zeer laag te salariëren. Emanuel probeerde via sollicitaties weg te komen uit Berlijn, hetgeen uiteindelijk, na bijna 30 jaar, in 1767 lukte: als opvolger van Telemann kreeg hij in Hamburg de leiding over de kerkmuziek. Toch zag hij in zijn Berlijnse jaren kans om, o.a. in de zes Pruisische sonates (1742) en de zes Württemberger sonates (1744) voor klavier een volledig nieuw muzikaal idioom te creëren, waarover hij in zijn autobiografie zei: 'Ik moest inderdaad soms in mijn composities zeer belachelijke instructies opvolgen; maar toch kan het zijn dat deze vervelende suggesties mijn fantasie hebben geïnspireerd tot ideeën die anders nooit bij mij opgekomen zouden zijn. 'In Hamburg schreef hij veel kerkmuziek, maar ook de befaamde zes Hamburger symfonieën (1773) voor strijkorkest: extreem contrastrijke werken met levendige gevoelsstromen als wisselbaden.

C.Ph.E. Bach heeft een enorme invloed uitgeoefend op zijn tijdgenoten en op latere generaties, niet alleen met zijn muziek, maar ook met een theoretisch werk: Versuch über die wahre Art das Clavier zu spielen (Berlijn 1753). Deze pianomethode heeft o.a. Mozart en Beethoven tot leidraad gediend, en tegenwoordig is zij een onmisbare bron voor de historische uitvoeringspraktijk.

Oeuvre
Ca. 200 klaviersonates; ca. 50 sinfonia's en concerten; kamermuziek waaronder ca. 20 triosonates, ca. 300 liederen; kerkmuziek, o.a. 22 passies, 2 oratoria en cantates.