XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Belcanto

betekenis & definitie

Belcanto (lt. mooie zang) is een manier van zingen die rond de Italiaanse operahuizen in de 18e en de eerste helft van de 19e eeuw werd gecultiveerd. Volgens Rossini, een van de laatste belcantocomponisten, bestond het belcanto uit drie elementen: het instrument, de techniek en het stijlgevoel.

De vorming van de stem tot een instrument met een soepele toonvorming en een in alle registers homogeen timbre duurde een jaar of drie. Daarna werd er zo'n vier jaar gewerkt aan de zangtechniek, d.w.z. het 'plaatsen' van de stem, het vormen van de klinkers en medeklinkers, het aanhouden van een lange toon, het laten wegsterven van de klank, het zingen van versieringen en coloraturen, etc. Wanneer in een laatste jaar al het tot dusver geleerde was samengevoegd, moest de leerling nog stijlgevoel leren. Dat kon hij volgens Rossini slechts in de praktijk leren door het voorbeeld van een groot zangkunstenaar, die hij vergeleek met een 'warme zonne straal'.

Over dit laatste onderdeel denken wij tegenwoordig heel anders: nu instrumentalisten en zangers zoveel verschillende stijlen moeten beheersen, wordt stijl wel degelijk beschouwd als iets wat aan te leren is. Wat betreft de eerste fase van de zangopleiding: de vorming van de stem als instrument krijgt nu minder langdurig de aandacht, waardoor de techniek vaak berust op een minder uitgebalanceerde 'basis'. Het verloren gaan van de ware belcantostijl was volgens Rossini te wijten aan de uitvinding van de trein, die een jachtige levensstijl tot gevolg zou hebben gehad. In werkelijkheid waren het uitdijen van de orkesten theateromvang en de behoefte aan krachtigere stemmen veel meer de oorzaak voor het verdwijnen van de geraffineerde belcantostijl.