XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Alexander Porfirjevitsj Borodin

betekenis & definitie

Alexander Porfirjevitsj Borodin (St. Petersburg 1833-1887) was een Russisch componist, medicus, chemicus en lid van het componistencollectief het Machtige Hoopje.

Geboren als buitenechtelijke zoon van een prins werd hij, zoals gebruikelijk bij bastaardkinderen, in het bevolkingsregister bijgeschreven als zoon van een prinselijke lijfeigene, Porfiri Borodin. Als kind kreeg hij fluitlessen; verder speelde hij piano en cello. Zijn talent was evident, maar van zijn moeder moest hij arts worden, naar het voorbeeld van zijn nieuwe stiefvader. In de tijd dat Borodin medicijnen studeerde, begon hij ook serieus te componeren. Later was hij werkzaam als dokter, scheikundedocent en hoogleraar; het componeren deed hij er voor de ontspanning bij. Maar nadat hij in 1862 Balakirev, de leidsman van het Machtige Hoopje, had leren kennen, ontsteeg Borodins werk het amateurniveau. Nog in datzelfde jaar begon hij aan zijn Eerste symfonie (1867); voor de orkestratie ging hij te rade bij orkestpartituren van Schumann en Berlioz. Direct na voltooiing begon hij aan zijn Tweede symfonie (1876), ook wel 'de Russische Eroïca' genoemd. Het is een werk dat met zijn ruige thema's en zijn oosterse sfeer méér dan de Eerste symfonie een Russische atmosfeer ademt. In het 'symfonische schilderij' In de steppen van Centraal Azië (1882) trekt zelfs letterlijk een kamelenkaravaan begeleid door Russische soldaten aan ons oor voorbij. Het idioom van Borodins beide strijkkwartetten (1879, 1881) (een bij het Machtige Hoopje overigens impopulair genre) doet denken aan dat van Mendelssohn, maar dan doortrokken van een onmiskenbaar Russische passie.

De opera Prins Igor (1887) vormt de kern van Borodins oeuvre. Hij begon aan dit magnum opus in het jaar waarin Moesorgski zijn Boris Godoenov voltooide, en werkte er 18 jaar aan. Net als Moesorgski maakte hij zijn eigen libretto uit de stof van een oude Russische kroniek. Toen Borodin op 54-jarige leeftijd plotseling stierf tijdens een gekostumeerd bal, was het werk onvoltooid en grotendeels niet georkestreerd. Glazoenov en Rimski-Korsakov maakten de opera rijp voor de eerste uitvoering in 1890. Ongetwijfeld heeft het duo een flinke laag glanzend vernis over de oorspronkelijk ruwe ondergrond uitgesmeerd; hoe ingrijpend zij de door Borodin bedoelde klank hebben veranderd, is echter helaas niet te achterhalen. Buiten Rusland is Prins Igor niet erg populair geworden door de brokkelige structuur in losstaande 'tableaux', maar in eigen land werd het werk geliefd vanwege de schitterende aria's en koren.

Oeuvre
2 opera's; 3 symfonieën, 1 'symfonisch schilderij'; 14 kamermuziekwerken, waaronder 2 strijkkwartetten, 1 strijkkwintet, 1 pianokwintet, 1 cellosonate; ca. 10 pianowerken; ca. 20 liederen.