Gepubliceerd op 12-05-2017

Belastingstelsel

betekenis & definitie

Ons belastingstelsel berust op twee uitgangspunten:

- het profijtbeginsel

Wie van een bepaalde overheidsvoorziening gebruik maakt, betaalt daarvoor belasting. Zo moet de automobilist motorrijtuigenbelasting betalen, omdat hij gebruik maakt van het wegennet.

- het draagkrachtbeginsel

In Nederland wordt belasting betaald naar draagkracht. Ons land kent een progressief belastingsysteem: hoe hoger het inkomen, hoe hoger het percentage dat betaald moet worden aan loon- en inkomstenbelasting.

Bij de belastingen wordt het volgende onderscheid gemaakt:

- kostprijsverhogende of directe belastingen, zoals de omzetbelasting (BTW), invoerrechten en accijnzen.
- belastingen op inkomen, winst en vermogen of indirecte belastingen, zoals de loon- en inkomstenbelasting, vennootschaps- en vermogensbelasting.

Onder het belastbaar inkomen wordt het onzuiver inkomen verstaan, verminderd met de zogenaamde aftrekposten, zoals de premies volksverzekeringen, de betaalde hypotheekrente, giften en buitengewone lasten. Onder de buitengewone lasten vallen studiekosten voor opleiding en beroep en de ziektekosten.

Omdat de belastingdruk vrij hoog is, zoeken mensen soms naar allerlei methoden om minder belasting te hoeven betalen. Een tophypotheek op een eigen huis kan het belastbaar inkomen op legale wijze aanzienlijk verminderen. Een andere mogelijkheid is te verhuizen naar een land met een vriendelijk belastingklimaat, een belastingparadijs. Als er op grote schaal gebruik wordt gemaakt van deze laatste mogelijkheid, is er sprake van belastingvlucht.

Ook illegaal wordt de belasting ontdoken. Door belastingfraude ontstaat zwart geld. Hoewel niemand de exacte cijfers kent, wordt het zwart-geldcircuit in Nederland als behoorlijk omvangrijk beschouwd. De FIOD (Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst) heeft als taak malafide belastingpraktijken zoveel mogelijk tegen te gaan.