Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Gepubliceerd op 16-01-2023

Drieëenheid of Drievuldigheid

betekenis & definitie

het dogma van den éénen God in drie Personen. De eene goddelijke natuur is onderscheiden in drie goddelijke personen: Vader, Zoon en H. Geest, die elk de goddelijke natuur geheel bezitten, dus dezelfde goddelijke volmaaktheid. De ééne God van alle eeuwigheid bestaande, heeft van alle eeuwigheid aan Zichzelf gedacht en van Zichzelf een beeld gevormd, dat volkomen op Hem gelijkt. Vandaar dat de Zoon, als de gedachte van den Vader ook het Woord (uitdrukking van de gedachte) wordt genoemd. Vader en Zoon elkaar beschouwend en elkanders oneindige heerlijkheid ziende, hebben elkaar van alle eeuwigheid bemind en hun liefde, de H. Geest, is dus eeuwig gelijk de Vader en de Zoon. Het onderscheid tusschen de goddelijke personen bestaat dus hierin, dat de Vader van niemand voortkomt, de Zoon van eeuwigheid geboren wordt uit den Vader en de H. Geest van eeuwigheid voortkomt van den Vader en den Zoon. Alleen de tweede persoon der H. Drieëenheid heeft de menschelijke natuur aangenomen. Het mysterie der H. Drieëenheid is het fundamenteele dogma van het Christendom, het beheerscht geheel het kerkelijk leven (slotformules der liturgische gebeden!). Zie ook Sator tenet opera.

< >