Graaf, Poolsch dichter, vroom, onstuimig patriot. * 19 Febr. 1812 te Parijs, ✝ 23 Febr. 1859 aldaar. Zoon van een Poolsch generaal en prinses Radziwill. K. woonde vnl. in Frankrijk, Zwitserland en Italië.
In Polen beschouwt men K. met Mickiewicz en Slowacki als de drie grootste schrijvers van de eerste helft der 19e eeuw.Werken: Ongoddelijke Comedie (1835); Irydion 1836); Morgenstond (1843).
Lit. : Brückner, K. 1927); Krasinski, Trois Destins tragiques (1931). v. Son.