Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zuigeling

betekenis & definitie

is het kind gedurende de periode, dat geheel of gedeeltelijk zoogen door zijn moeder voor hem de beste voeding is. De z. is geen verkleinde uitgave van den volwassen mensch; bouw en verrichtingen van zijn lichaam wijken óók kwalitatief af en stellen bijzondere eischen aan verzorging en voeding.

De meerdere kennis van deze eigenaardigheden voerde tot een betere zuigelingenzorg, waardoor de stoornissen in de normale ontwikkeling gedurende dezen zeer gevoeligen leeftijd verminderden, met als gevolg niet slechts een sterke daling van de zuigelingensterfte, doch vooral een betere gezondheidstoestand gedurende dit, óók voor de verdere ontwikkeling tot volwassene, zoo belangrijk levenstijdperk.Door voorlichting en contrôle van de zwangere vrouw (praenatale zorg) wordt de geboorte van volwaardige kinderen bevorderd, de deskundig geleide bevalling (natale zorg; → Verloskunde) vermindert de kans op beschadiging van het kind bij de geboorte, terwijl een deskundige verzorging tijdens het kraambed (postnatale zorg) door bevoegde kraamverpleegster (→ Verpleger), → kraamverzorgster of baker tevens van groot belang is voor het slagen der borstvoeding.

Deze natuurlijke voeding is voor de verdere ontwikkeling van den pasgeborene van het grootste belang, omdat de → moedermelk, die als biologisch eigen door geen enkel ander voedingsmiddel geheel te vervangen is, den besten waarborg biedt voor een normale ontwikkeling.

Ruim 90 % der moeders is bij goede leiding in staat haar kind althans gedurende de eerste levensweken aan haar borst te voeden. De hoeveelheid beschikbare moedermelk wordt vooral bevorderd door het zuigen van het kind, de hoedanigheid wordt in gunstigen zin beïnvloed door een gemengde voeding der moeder, waardoor meestal ook een voldoende rijkdom aan vitaminen wordt verzekerd. Een liter melk per dag is als regel voldoende. Gebruik van alcohol en koffie mag slechts matig geschieden. Men leere het kind spoedig regelmaat (zes, later vijf voedingen per dag, ’s nachts een pauze van 8 à 10 uur), waardoor tevens een basis voor de geestelijke opvoeding wordt gelegd. Op den leeftijd van 5 à 6 maanden wordt groente als bijvoeding gegeven; vóórdien is het soms noodig een mogelijk → vitaminen-tekort der moedermelk aan te vullen. Is het kind 9 maanden, dan wordt het meestal geleidelijk gespeend.

Is de hoeveelheid moedermelk onvoldoende, dan verdient een gemengde voeding verre de voorkeur boven uitsluitend kunstvoeding, voor welker samenstelling meestal verdunde koemelk of koemelkproducten (o.a. karnemelk) gebruikt worden. Door toevoeging van koolhydraten en soms van vet wordt de voedingswaarde verhoogd. Bij het voorschrijven der kunstmatige voeding moet niet slechts rekening worden gehouden met den leeftijd en het gewicht van het kind, doch bovendien met zijn gestel. Voedingsschema’s voor zuigelingen zijn daarom steeds gevaarlijk.

Ter voorkoming van voedingsstoornissen, waarvan de ernstige vormen (zomerdiarrhee, ook wel minder juist cholera infantum genoemd) vroeger de voornaamste oorzaak waren van de zeer hooge zuigelingensterfte, werden → consultatiebureau’s voor zuigelingen opgericht, waar de moeders haar gezonde zuigelingen kosteloos door een arts laten controleeren en voorlichting bij de verzorging ontvangen. De wijkverpleegster (→ Wijkverpleging) zorgt ook hier voor het noodige contact, en is een belangrijke propagandiste voor een goede zuigelingen verzorging.

De organisatie der zuigelingenbescherming berust in Nederland vrijwel geheel bij de → Kruisvereenigingen, welke de → sociale kinderhygiëne in haar vollen omvang bevorderen. De leiding in elk district is in handen van den districts-kinderarts en de hem toegevoegde districtshuisbezoekster, die niet slechts den band met de plaatselijke wijkverpleegster vormt, doch tevens een belangrijke taak bij de volksvoorlichting heeft (cursussen).

Voor de organisatie der zuigelingenbescherming in België zie → Sociale kinderhygiëne en → Nationaal Werk voor Kinderwelzijn. Koenen.