Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zee

betekenis & definitie

Aardrijkskunde. Van het totale opp. der aarde wordt ca. 361 millioen km2 of 70,5% door de oceanen ingenomen en ca. 149 millioen km2 of 29,5% door het land. Het N. halfrond bestaat voor 60,8%, het Z. voor 80,9% uit water.

Men onderscheidt drie oceanen: den Atlantischen, den Indischen en den Grooten of Stillen Oceaan. De N. en de Z.

IJszee worden door sommigen tot deze drie oceanen gerekend, door anderen afzonderlijk genomen. Men onderscheidt de ➝ diepzee (meer dan 200 m diepte) en de z. boven het zoogenaamde vastelandsplat (zie de artikelen ➝ Continent en ➝ Plat).

De z. ver van het land wordt „hooge z.” genoemd. Naast de oceanen onderscheidt men: 1° middelzeeën, d.w.z. tusschen vsch. vastelanden gelegen, diep-indringende z., bijv. de Middellandsche Zee.
2° Binnenzeeën, d.w.z. in één werelddeel gelegen z. met een nauwen toegang naar den oceaan, bijv. de Oostzee.
3° Randzeeën, d.w.z. gedeeltelijk door het land omgeven en verder door een keten van eil. van den oceaan gescheiden, bijv. de Noordzee. Niet tot de wereldzee behooren de z., die niet met den oceaan in verbinding staan, zooals de Kaspische Zee. De gemiddelde diepte der oceanen bedraagt 3800 m, de grootst bekende diepte 10 830 m in de Philippijnenrandinzinking. Inhoud der gezamenlijke oceanen ca. 1370 millioen km3. Gemiddeld zoutgehalte 35‰.

Zie verder nog ➝ Zeestroomen en ➝ Zeewater.

Voor rijzing en daling van den zeespiegel, zie ➝ Eustatische bewegingen. Voor het lichten van de zee, zie ➝ Zeevonk enLichtgevende dieren.

Voor zee in het volkenrecht, zie ➝ Territoriale wateren.

Wissmann.

In zee dragen (folklore). Dit is vooral bekend door Bellamy’s gedicht „Roosje”, waarin het oude volksvermaak, dat een jongen een meisje een eind de zee in draagt, samengaat met het „smeltsteken”: het vangen van zeker vischje, welk gebruik nog in werkjes over Zeeland uit de 19e eeuw vermeld wordt. Waarschijnlijk is het een overblijfsel van heidensche plechtigheden aan de oevers van zgn. heilige wateren.

Lit.: A. Borgeld, In zee dragen (in: De Nieuwe Taalgids, 21e jrg. 1927, blz. 65-81); J. ter Gouw, De Volksvermaken (blz. 568); P. J. Meertens, Over het „smeltsteken” (in: Ned. Tijdschr. v. Volkskunde, 1925, blz. 85 vlg.). Knippenberg.

Apostolaat ter Zee (Apostolatus Maris Internationale Concilium; afgekort A.M.I.C.), organisatie die, zich plaatsend op den grondslag der Kath. levensbeschouwing, de godsdienstige en zedelijke belangen van alle zeelieden zonder onderscheid van ras, nationaliteit, maatschappelijke positie of godsdienst, behartigt. Is gevestigd te Londen. Ontstond in 1920 door samenvoeging der bestaande van de zijde der Katholieken gestichte organisaties. Middelen: oprichting en instandhouding van zeemanshuizen, scheepsbezoek, huisbezoek en bezoek in de ziekenhuizen, meegeven van boekenkisten aan boord, actie voor de viering der groote kerkelijke feesten op zee (o.a. door Kerstgaven), e.d. De gezamenlijke vereenigingen, die het A.M.I.C. vormen, hebben contact met ong. 300 000 Kath. zeelieden. Er zijn 40 tehuizen en 200 havenaalmoezeniers.

Het werk in Nederland staat onder leiding van den bisschop van Haarlem, die de havenaalmoezeniers benoemt. De havendistricten (respectievelijk te Amsterdam, Rotterdam, IJmuiden en Vlissingen) vormen tezamen een federatie onder den hoofdaalmoezenier. De propaganda ligt in handen der Broederschap O. L. Vr. Sterre der Zee en is gevestigd in het zeemanshuis te Rotterdam.

Bisschoppelijk en koninklijk goedgekeurd, werkt het apostolaat in Ned. met zes aalmoezeniers (waarvan drie te Rotterdam) nl. priesters van het H. Hart. Er bestaat een zeevaardersgilde onder de opvarenden; een studieclub voor de sociale belangen der zeevarenden onder reederskringen; een familiekring onder de schutse van O. L. Vrouw Sterre der Zee van Maastricht om den zeeman aan den wal in de tehuizen zijn eigen huiselijken kring eenigszins terug te geven. Het devies is: Mare Christo stella duce.

Meer dan 15 000 zeelieden van alle nationaliteit en godsdienst bezoeken jaarlijks de tehuizen. Het geheele werk steunt op liefdadigheid.

Het Apostolaat ter Zee is ook gevestigd in de overzeesche gewesten met huizen o.a. te Curaçao, Soerabaja.

Onder de visschers bestaat noch hier noch overzee een apostolaat.

In België wordt het werk door twee priesters gedaan te Antwerpen. Vooral het werk der boekenkisten op de schepen heeft aldaar een hoogen bloei bereikt; eveneens het zeemanshuis.

Voor de geestelijke verzorging der zeelieden door de Protestanten, zie ➝ Zeelieden.

v. d. Vliet.