Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zakelijk recht

betekenis & definitie

is een absoluut (d.i. tegenover eenieder geldend) recht op onmiddellijke heerschappij over een zaak, hetzij volkomen (bijv. eigendom), hetzij in een bepaald opzicht (bijv. hypotheek). Echter kan volgens de Ned. wetgeving (anders bijv. de Eng. wetgeving) niet iedere vorm van onmiddellijke heerschappij over een zaak voorwerp zijn van een absoluut recht, zoodat het aantal bestaanbare z.r. beperkt is.

Bestaanbaar zijn alleen die z.r., .welke in het B.W. worden geregeld, nl. eigendom, bezit, erfdienstbaarheid, opstal, erfpacht, beklemming, grondrenten, vruchtgebruik, gebruik, bewoning, pandrecht en hypotheek, en verder die concrete z.r., welke vóór 1 Oct. 1838 waren gevestigd (art. 1 der Overgangswet van 16 Mei 1829, Stbl. 29). Zoo bestaan bijv. nog rechten van veer, weidegang en grasgewas.

Men onderscheidt z.r. op eigen goed (n.1. eigendom en bezit) en op eens anders goed (de overige). v. d. Kamp.

Het Belg. recht kent de vlg. zakelijke rechten: eigendom, bezit, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik, gebruik, bewoning, pandrecht (alle geregeld door het B.W.), erfpacht, opstal (deze twee geregeld door de wet van 0 Jan. 1824), hypotheek en onroerend voor recht (beide geregeld door de wet van 16 Dec. 1851, aangevuld door de wet van 15 Aug. 1854).