Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zaagbekeenden

betekenis & definitie

Merginae, vogels, behoorende tot de eendachtigen. In onze streken komen drie soorten voor:

a) groote zaagbek, Mergus merganser. Kleuren van het mannetje: kop en hals zwartgroen; veeren op den kop verlengd ; borst en buik zalmkleurig; rug zwart en de kleine slagpennen wit met zwarte zoomen. Snavel bloedrood met donkere punt; pooten rood. Wijfje : kop en hals roodbruin ; onderzijde lichtrose. Vrij geregelde wintergast uit het hooge Noorden,
b) Middelste zaagbek, Mergus serrator. Kleuren van het mannetje: kop zwart; hals groen; de dubbele kuif is bruin; borst geelbruin; rug en schouder zwart; vleugel zwart met wit. Snavel en pooten donkerrood. Het vrouwtje heeft een bruinen kop; de hals is roodbruin, de bovenkant bruingrijs met donkere schachten, de onderkant wit, groote slagpennen bruinzwart. Aan de kust algemeener dan de vorige soort,
c) Het ➝ nonnetje of kleine zaagbek.