Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wereld

betekenis & definitie

(philos.). Onder w. verstaat men het geordend geheel van alle dingen, die in hun wezenssamenstelling een stoffelijk beginsel bezitten.

Vgl. ➝ Stof-en-vormleer. Meer algemeen wordt w. ook genoemd: het geordend geheel van alle geschapen dingen.

Zoowel in den eersten als in den tweeden, meer algemeenen zin is de w. een eenheid van orde en niet een zelfstandige eenheid. De w. werd door God geschapen en vloeide niet, zooals het pantheïsme leert, uit Gods wezen voort.

Hoofddoel van de w. is de uitwendige glorie van God. Een daarvan afhankelijk, tweede doeleinde is het geluk van de redelijke schepselen.

Ofschoon het begrip geschapen zijn slechts een zijnsafhankelijkheid insluit en niets zegt omtrent een tijdelijk begin, weten we toch uit de Openbaring, dat de wereld een begin heeft gehad. ➝ Schepping; Cosmogonie; Wereldeinde; Einde der tijden. Th. v. d. Bom.Symboliek. In tegenstelling met het getal 3 (symbool der H. Drieëenheid), is het getal 4 een symbool van de wereld; vaak weergegeven door een vrouw, die van voren schoon is en op haar rug slangen en wormen heeft (Dom te Worms, St. Sebaldus te Neurenberg e.a.); een bewogen zee geeft de zondige w. aan; een vierkante nimbus duidt eveneens op de wereld.

p. Gerlachus.

Wereldbeeld. Het beeld van de wereld, dat de menschheid zich gevormd heeft, eer het planetaire wereldbeeld door de wetenschappelijke astronomie werd verspreid, berustte deels op juiste waarnemingen, deels op phantasie. Een veelvuldig terugkeerend thema is de driedeeling in hemel, aarde en onderwereld, waarbij dan de hemel zelf op zijn beurt, zooals in het Babyl. wereldbeeld, in drieën was verdeeld: een luchtstreek, een vasteland en een hemeloceaan (zie ➝ Cosmogonie, sub III).

De hemel wordt voorgesteld als een holle bol, een ijzeren, steenen of glazen gewelf of dak, als een hemeloceaan met hemelsluizen enz. De aarde wordt doorgaans beschouwd als een vlakke schijf, omspoeld door den oceaan. De Germanen stelden zich de aarde voor als een onmetelijk vlak, in welks midden de bewoonde wereld (Midgaard) ligt. Evenals om het bebouwde land der boerenhoeve de woeste vijandige natuur ligt, zoo wordt ook Midgaard omringd door een wereld van schrikkelijke gevaren en duisternissen (Uitgaard). De onderwereld wordt meestal gedacht als een verschrikkelijk diep hol onder de aarde, waar zee en stroomen hun oorsprong hebben en waaruit ook de schrikkelijke machten der duisternis te voorschijn komen.

In Indië hebben vooral het Brahmanisme, het Boeddhisme en het Jaïnisme een ingewikkeld, met religieuze aanschouwingen vermengd wereldbeeld gevormd. Vaak ook worden aarde, hemel, onderwereld en oceaan gedacht als reusachtige levende wezens, zooals Uranus en Gaia bij Hesiodus. Het Schriftuurlijke wereldbeeld verschilt in hoofdzaak niet van dat der Oostersche volkeren.

Zie ook ➝ Wereld-ei; Wereldproces.

Lit.: Cosmogonie. Bellon.

De Wereld is een speeltooneel, / Elck speelt zijn rol en krijght zijn deel, een der schouwburgrijmen van Vondel, nl. onder de kroonlijst van de voorpoort. Vgl. Shakespeare’s: As you like it, 2. 7, en Beets’ vertaling hiervan.