Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Waarde

betekenis & definitie

(econ.). Het waardebegrip in de economie kan alleen in zijn samenstellingen worden gedefinieerd. De belangrijkste en van elkaar onderscheiden econ. waardebegrippen zijn ➝ gebruikswaarde en ruilwaarde. In de ➝ waardeleer wordt dan nagegaan, welke de oorzaken zijn, die de gebruikswaarde en de ruilwaarde bepalen.

Daar de objectieve gebruikswaarde strikt genomen geen economisch waardebegrip is en van de beide ruilwaardebegrippen (subjectieve en objectieve ruilwaarde) de objectieve ruilwaarde of de prijs het meest problematische is, houden de waardeleeren zich in het bijzonder bezig met het onderzoek naar de oorzaken, die de subjectieve gebruikswaarde en de objectieve ruilwaarde (prijs) bepalen. De subjectieve gebruikswaarde is vooral onderzocht door de ➝ Oostenrijksche School in de economie (➝ Grenswaardetheorie). Bij de verklaring der objectieve ruilwaarde (prijs) werd oorspronkelijk met name door de ➝ Klassieke School in de economie de oorzaak te eenzijdig gezocht in objectieve factoren, zooals in den arbeid, die aan het te waardeeren goed (arbeidswaardeleer) was besteed, of, ruimer genomen, in de kosten, die aan de productie waren ten grondslag gelegd (productiekosten-theorie), of in de kosten, die zouden moeten worden gemaakt, om het goed te reproduceeren (reproductiekostentheorie). Door den invloed der Oostenrijksche School en de daarmee verwante richtingen werden later ook de subjectieve factoren, met name de behoeften en de individueele koopkracht der vragers, op den voorgrond gesteld. In den huidigen tijd wordt de verklaring gezocht in de samenwerking van objectieve en subjectieve factoren.

Zie ook ➝ Ruil; Prijs; Vraag en aanbod. Cobbenhagen.