Grallatores, vogels met lange pooten, waarvan het onderste deel van het scheenbeen onbevederd is. In den regel zijn de teenen niet door zwemvliezen verbonden. De volgende orden behooren ertoe: reigerachtigen en ral- en plevierachtigen. Voorbeelden zijn: ibis, flamingo, ooievaar, reiger, lepelaar, wulp, kluit, scholekster, kievit, waterhoen, waterral, goudpluvier, kwartelkoning.
Bernink.