Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vers

betekenis & definitie

(philol.). De natuurlijke accentrhythmiek van de taal wordt in het vers door de hoogere bewogenheid van den dichter tot een uitgesproken regelmaat van vaste tegenstellingen versterkt en opgeheven. Eén stel van zulke tegenstellingen, op zich beschouwd, heet een versvoet, de kleinste rhythmische eenheid dus, die het vers bezit (vier-, vijfvoetige verzen, enz.). Het Ned. vers berust op de tegenstellingen in accentdruk, waarmede niet gezegd is, dat de toonhoogte en de duur der silben etc. op de structuur en de schoonheid daarvan geen invloed zouden hebben.

Bij een zgn. vrij of dynamisch vers (vers libre, Walt Whitman, P. Claudel) wordt de algemeene indruk van een zekere rhythmische regelmaat gewekt, zonder dat men zich daarom aan de strenge voorschriften der versleer houdt; zoo in het Ned. bijv. rijmlooze verzen.Wils.

2° (Ook: versus, versikel) Een ondergeschikt sierstuk der kerkelijke getijden. Meestal is het een psalmvers of een andere kernachtige spreuk; bij voorkeur ontleend aan het Oude Testament. Nochtans komen ook andere bronnen voor. Verzen zijn vaak gedeeld; de voorbidder zegt het eerste, het koor het tweede deel als antwoord (het eerste deel heet dan v. het tweede deel heet dan responsum). Hoogstwaarschijnlijk is het v. als liturgisch onderdeel aan de synagoge ontleend en houdt het verband met de Grieksche troparia (zie ➝ Byzantijnsche muziek, kolom 601).

Lit.: C. Callewaert, De Breviarii Romani Liturgia (in: Liturg. Instit. Tr., II nr. 291, 1931).

Verwilst.