Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Verband

betekenis & definitie

Hulpmiddel in geneeskunde, dat dient om lichaamsdeelen te bedekken, te immobiliseeren, te rekken, te ontlasten, te drukken, om wonden af te sluiten en therapeutische werking uit te oefenen. Zie ook hieronder: vochtig verband.

Vochtig verband is een verbandvorm, in de geneeskunde toegepast om warmte aan het lichaam te onttrekken of toe te voeren of om bepaalde opgeloste stoffen plaatselijk te laten inwerken. Men onderscheidt:

a) warm omslag, waarbij warmte,
b) koud omslag, waarbij koude van buiten wordt toegevoerd,
c) af dekkend v. v., waarbij de vochtige laag door een impermeabele stof bedekt wordt, zoodat de verdamping wordt tegengegaan en de warmte door het lichaam zelf wordt voortgebracht (Priessnitz-verband),
d) nat v. v., dat vooral bij wondbehandeling in gebruik is.

Krekel.

Als verbandstoffen werd vroeger vnl. oud en gewasschen linnen, in reepen gesneden (windsels) of uitgeplozen (pluksel), gebruikt; sinds 1870 is de grondstof voor v. katoen, meest in den vorm van ➝ watten of gazen. De laatste onderscheidt men in hydrophile-gaas, een gelijkmatig los weefsel, en cambric-gaas, een weefsel van dikkere draden, waardoor heen dunnere, vnl. gebruikt voor stevige zwachtels. De kwaliteit wordt beoordeeld naar het aantal draden per cm, het gewicht per m2 en het wateropnemend vermogen. Voor zalfcompressen gebruikt men Engelsch pluksel, een aan een zijde gemoltonneerd weefsel, soms wordt de v. geïmpregneerd met vsch. geneesmiddelen, bijv. vioform, xeroform, jodoform, bismuthzouten (brandzwachtels). Ten einde verbanden hard te doen worden, worden v. bedeeld met zinklijm, waterglas, stijfseloplossing, gips e.d.; om ze vochtig te houden, bedekt met caoutchouc (taft), getah-pertjahpapier, billroth-batist (een met olie doortrokken weefsel) e.d.; om ze vast te leggen, gebruikt men ➝ pleisters. Hillen.