Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Trap

betekenis & definitie

1° (Bouwk.) Een t. vormt de verbinding tusschen de vsch. verdiepingen van een gebouw en bestaat in het algemeen uit treden, boomen en leuningen. Materiaal is gewoonlijk hout of steen, soms metaal (machinekamers e.d.).

De treden bestaan uit horizontale deelen, waarop de voet wordt gezet (aantreden), en verticale deelen (stootborden), die deze onderling verbinden en de t. dicht maken. Bij zgn. open t. ontbreken de stootborden. Voor een goede begaanbaarheid van de t. is een juiste verhouding tusschen op- en aantrede noodzakelijk. Een bruikbare aanwijzing geeft de formule: aantrede + 2 x optrede = 60 à 62 cm. Voor buitentrappen neme men de optrede niet grooter dan 17 cm, voor zeer stijle binnentrappen kan men gaan tot 24 cm toe. De boomen zijn de constructiedeelen (zware houten planken), waarin aantrede en stootbord bij hun einde bevestigd zijn (bij steenen t. ontbreken deze dikwijls: de massieve treden zijn dan rechtstreeks in den muur bevestigd). De leuning kan als geprofileerde lijst rechtstreeks aan den muur worden vastgemaakt, dan wel met stijltjes, balusters of smeedwerk op de boomen bevestigd zijn.

Men onderscheidt rechte t. (zgn. steektrappen), bordestrappen (samengesteld uit meerdere rechte of licht gebogen steektrappen onder tusschenvoeging van bordessen; dit om het beklimmen door inschakeling van rustpunten minder vermoeiend te maken), wenteltrappen (die zich spiraalvormig om een spil omhoog winden) en tusschenvormen en combinaties van deze typen. De M. E. hebben een voorkeur voor wenteltrappen (in afzonderlijke trappentorens ondergebracht); de Renaissance ontwikkelt de t. en vooral ook de trappenhuizen in het monumentale, hetgeen vooral ook in de Barok tot ware meesterwerken voert (ook wat de uitwerking der onderdeelen, vooral der balustrades, aangaat).

v. Embden.
2° (Geol.) een oude naam voor alle stollingsgesteenten, die noch duidelijk kristallijn, noch duidelijke lava’s waren, zooals basalt, andesiet, vele ganggesteenten en de verweerde vormen van deze.