Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Thomas

betekenis & definitie

1° Albert, Fransch socialist. * 16 Juni 1878 te Champigny, ✝ 7 Mei 1932 te Parijs. Gedurende vele jaren (1910-’21) leider der gematigde socialisten in de Fransche Kamer, meer speciaal nog bekend als eerste directeur van het in 1919 opgerichte Internationale Arbeidsbureau te Genève. Bras.

2° (Ook: Thomasia) Catharina, Zalige, maagd, regulier-kanunnikes van St. Augustinus. * 30 April 1533 te Valdemuza op Majorca, ✝ 5 April 1574 te Palma. Op 7-jarigen leeftijd wees geworden en onder een veel strengere opvoeding gesteld, beklaagde zij zich daarover niet, maar was slechts bedroefd, omdat zij in haar gebedsoefeningen werd belemmerd; daarentegen verdubbelde en verinnigde zij haar inwendig gebed. Op 16-jarigen leeftijd trad zij in bij de Reguliere Kanunnikessen van St. Augustinus te Palma. Hier muntte zij uit in liefde tot het gebed en groote gestrengheid van leven, maar bovenal door groot geduld en ootmoed in het verdragen van vernederingen. Zij zocht die zelfs door zich soms dom en onhandig te houden. Ook de armoede onderhield zij tot het uiterste. Had zij eenerzijds moeilijk te betwijfelen aanvallen van den duivel te doorstaan, van den anderen kant werd zij dikwijls door extasen en visioenen begenadigd. Zij voorzegde haar dood. In 1792 werd zij door Pius VI zaligverklaard. Feestdag 1 April.

Lit.: voornaamste leven : Povius Maioncensis, Vita Beatae Cath. Thomasiae (Rome 1797). Brandsma.

3° Paul, Klassiek philoloog. * 12 Jan. 1852 te Bergen (Heneg.). Hoogleeraar te Gent. Schreef studiën, en verzorgde flinke tekstcritische uitg. van Lat. auteurs, o.m. Terentius, Seneca en Apuleius.

Thomas-Christenen De aan de Malabarkust wonende Christenen van den Syrischen ritus, die de bekeering hunner voorvaderen aan den Apostel → Thomas toeschrijven. Zij zijn gedeeltelijk geünieerd, gedeeltelijk schismatiek. Zie → Malabar. Thomasia → Thomas (2°).