Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Taalonderwijs

betekenis & definitie

De klanktaal te leeren gebruiken, te leeren spreken dus, is het primaire doel van het t. Reeds in hun vóórschoolplichtige jaren hebben de kinderen zich daarin dagelijks geoefend, maar er valt bij de aanvangs- en verdere klassen nog veel te corrigeeren en bij te leeren, zoodat spreekonderwijs op de lagere school alle reden van bestaan heeft. Het wordt onderscheiden in technisch en verstandelijk spreken. Het technisch onderwijs heeft ten doel: vaardigheid in het gebruik van het → Algemeen Beschaafd en komt in hoofdzaak neer op de correctie van dialectische afwijkingen in klank en articulatie.

Kinderen met een of ander spraakgebrek zal men naar een spraakleeraar moeten verwijzen; met de gewone afwijkingen en de beste geneeswijze daarvan dient de onderwijzer zelf vertrouwd te zijn, vooral die der laagste klassen. Oefening in verstandelijk spreken is synoniem met oefening in het uitdrukken van gedachten. Bij dorps- en volkskinderen is de groote kunst ze aan het praten te krijgen; veel fouten moeten in den beginne door de vingers worden gezien om de leerlingen niet te ontmoedigen. Afzonderlijke lessen zijn noch voor technisch noch voor verstandelijk spreken een noodzakelijkheid: de noodige oefeningen kunnen heel geschikt worden ondergebracht bij het aanschouwingsonderwijs, versjes leeren, zingen, elementair lezen.Spoedig komt op school de studie der geschreven taal aan de beurt. Schrifttaal is niets anders dan aanduiding van klanktaal. De zaak gaat vóór het teeken, en bijgevolg moet de klanktaal het uitgangspunt en de allesdragende basis vormen van het onderwijs in de geschreven taal. Dit volgt ook reeds uit de algemeene grondstelling: ga uit van het bekende; het klankwoord kent het kind, het schriftwoord moet het leeren.

Inwijden in de geheimen der geschreven taal beteekent in de eerste plaats: leeren lezen. Als bij spreken is er ook bij lezen een technisch en een verstandelijk gedeelte te onderscheiden: het eerste wordt om het tweede geleerd. → Leesonderwijs.

De oefening in het schriftelijk gebruik der taal heet stellen en in dienst daarvan staat het spellen, doorgaans zuiver schrijven of schrijven zonder fouten genoemd. Stellen voor lagere-schoolkinderen kan en mag niets anders zijn dan „praten op het papier” (Reynders), zooals lezen is „praten van het papier”. Wie geen overdreven eischen stelt en het spreekonderwijs van meet af goed verzorgt, kan de leerlingen laten schrijven over alles wat hen interesseert: naar aanleiding van toevallige gebeurtenissen, vertellingen, zaaklessen, plaatjes en platen, gelezen boeken, enz. Alleen het „genre ennuyeux” moet worden uitgezonderd.

Voor behoorlijk stellen is het tennaastebij beheerschen van spelling, verbuiging en vervoeging een vereischte. Het zuiver schrijven als hoofddoel, als hét t. te beschouwen is een principieele vergissing, immers het maken van middel tot doel. Schrijven zonder fouten vraagt bekendheid met een zeer beperkt aantal spraakkunstige termen en begrippen. Inzicht in de spraakkunst is aan lagere-schoolkinderen niet bij te brengen; op dit punt zijn paedologie en ervaring het volkomen eens. Wat met routine en mechanischen dril, gesteund door een vaag aangevoelde analogie, te verkrijgen is, dát kan men op de l. s. bereiken; waar logische redeneering vereischt wordt, móet het kind tekort schieten.

Lit.: B. L. van Maasland, Ned. Taalboek voor de R.K. lagere school; J. N F. Boschgrave, Je Taalboek, Evers, Kuitert en Van der Velde, Van kindertaal tot moedertaal; Moormann, De Moedertaal (voor de middelb. school); Rombouts, Kath. Pedagogiek. Rombouts.